232
30 October 1947
avondcommissievergaderingen, waarbij ook verlet kan
optreden, iedereen in de gelegenheid wordt gesteld, deze
bij te wonen. Een vacatiegeld lijkt hem dan ook zeer op
z'n plaats.
De vraag of de voorzitters der commissies ook pre-
sentiegeld moeten genieten, beantwoordt spreker beves-
tigend. In ieder behoorlijk bedrijf worden extra diensten
extra betaald. Dit kan dus ook bij een gemeente. Spre-
ker zou zelfs nog verder willen gaan. Er zijn behalve
raadscommissiën ook commissies, die namens de raad
zaken behandelen en daarvoor een presentiegeld genie-
ten van f 6.per vergadering. Spreker wenst dit nu
niet in dit voorstel te verwerken, maar hij verzoekt bur-
gemeester en wethouders daar rekening mede te willen
houden. Bij de behandeling van de begroting kan dan
nivellering van het presentiegeld naar boven plaats
vinden.
De heer van den Berge is verwonderd, dat burge-
meester en wethouders het presentiegeld voor commis-
sievergaderingen willen uitbreiden tot de avondverga-
deringen. Spreker meent, dat dit niet de bedoeling is
van deze verordening. In 't algemeen beoogt zij het
bijwonen van vergaderingen te honoreren, om daardoor
eventueel verlet te compenseren. Het komt spreker drin-
gend nodig voor zuinig te zijn. Hoewel dit voor Heem-
stede gelukkig nog niet zö dringt, geldt dit toch wel
voor t gehele land. Spreker zal dan ook op deze over-
wegingen stemming over dit voorstel vragen.
De Voorzitter herinnert zich in de raad reeds eerder
kjanken te hebben gehoord om voor avondvergaderin-
gen verzuim te vergoeden. Spreker weet, dat er door
leden van de raad veel 's avonds in eigen bedrijf wordt
gewerkt, waarom het burgemeester en wethouders beter
voorkwam nu geen verschil meer te maken tussen mid-
dag- en avondvergaderingen. Dat bij avondvergaderin-
gen het zal voorkomen, dat geen verlet aanwezig zal
zijn, is natuurlijk waar, maar dat geldt ook voor middag-
vergaderingen. Het komt spreker billijk voor, dat aan
vermindering van inkomsten tengevolge van avondver-
gaderingen, tegemoet wordt gekomen. Dit schept boven-
dien de mogelijkheid, dat een ieder lid van de raad kan
worden.