21
26 Februari 1948.
REGELING TOT HE'l TOEKENNEN VAN EEN
VERGOEDING IN VERPLAATSINGSKOSTEN.
Aan de Raad.
Zoals Uw College ongetwijfeld bekend zal zijn,
wordt het voor de gemeentebsturen steeds moeilijker
bij voorkomende vacatures onder het personeel deze
door geschikte candidaten te doen vervullen. Als een
van de voornaamste oorzaken van deze moeilijkheden
kan zeker naast de weinig attractieve bezoldiging in
vergelijking met het particuliere bedrijf, worden
aangemerkt het feit dat de kosten aan een verhuizing
verbonden thans zo hoog zijn, dat deze bezwaarlijk
door een ambtenaar of een adspirant-ambtenaar kun-
nen worde'n gedragen. De burgerlijke en militaire
landsdienaren kunnen krachtens het K.B. van 18 De-
cember 1946 St.bl. G 371 Verplaatsingskostenbesluit
1946) van rijkswege een tegemoetkorning in deze kos-
ten ontvangen. Op een desbetreffende vraag heeft de
Minister van Binnenlandse Zaken enige tijd geleden
geantwoord, dat er zijnerzijds geen bezwaren tegen be-
staan dit besluit voor het personeel in dienst der ge-
meenten op analoge wijze toe te passen. In verschei-
dene gemeenten is daarop een soortgelijke regeling in
het leven geroepen. Ook wij zijri van mening dat daar-
toe alle aanleiding bestaat. Enerzijds toch eist het dienst-
belang dat de door opleiding en ervaring meest ge-
schikte personen in voorkomende vacatures kunnen wor-
den benoemd anderzijds is het tegenover de betrokke-
nen billijk, dat zij, die op grond van de door hen ver-
worven bekwaamheid voor een meer verantwoordelijke
en beter bezoldigde functie in aanmerking komen,
daarvan niet weerhouden worden door de daaraan ver-
bonden, en onder de huidige omstandigheden moeilijk
te dragen, verplaatsingskosten. Deze argumenten klem-
men te meer nu andere gemeenten vöörgaan aan deze
bezwaren zoveel mogelijk tegemoet te komen. Op grond
van een en ander hebben wij gemeend U bijgaande
ontwerp-regeling ter vaststelling te moeten aanbieden.
