r 25 Maart 1948 117 leg met de andere fracties is gepleegd. Niemand zal spreker verdenken, dat hij het met de ideologie van de communisten eens is. Spreker meent ook, dat niet alleen Tsjecho-Slowakije tot een niet samengaan met de cöm- munisten noopt, maar veeleer hun leerstellingen, die een gevaar zijn voor vrijheid en godsdienst, een reden zijn om ons van hen te distanciëren. Met de strekking van de afgelegde verklaring is spreker het eens, hoewel hij niet ziet hoe men zich op dit ogenblik terug kan trek- ken uit commissoriale arbeid met de communisten. Spre- ker is het eens met de opvatting, dat in geen enkel opzicht met de communisten moet worden samenge- werkt. Zij zijn echter op democratische wijze gekozen en daarom zal men er weinig tegen kunnen doen. Zij kunnen echter wel t.z.t. geweerd worden uit de raads- commissies en zij dienen geweerd te worden van alle plaatsen waar ze geweerd kunnen worden. De heer de Ronde is vermoedelijk in zijn hart een goed Nederlan- der, maar zal hij kunnen weerstreven aan de stem van zijn meester in Moskou als deze roept? De heer Mr. Zeelenberg zegt, dat hij aan zijn afge- legde verklaring niets heeft toe te voegen. Zij zal in de notulen worden opgenomen. Voorts wil spreker nog even terugkomen op het in de vorige vergadering door de heer Reijnders beweerde, dat in alle polissen der winstmaatschappijen die ver- zekeren tegen ziekenhuisopname, een clausule voorkomt, waarbij deze maatschappijen de overeenkomsten per dag kunnen opzeggen. Spreker heeft dit er niet bij laten zit- ten, doch een onderzoek ingesteld. Daarbij is hem tot zijn vreugde gebleken, dat dit niet alleen bij de op dit terrein vooraanstaande maatschappijen het geval is, maar ook bij een door de heer Reijnders met name ge- noemde maatschappij. Vervolgens schorst de Voorzitter de vergadering om over te gaan in besloten zitting. Na heropening niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. De Secretaris, De Voorzitter, Ziekenhuisverzekering.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1948 | | pagina 35