29 April 1948
128
met de Batavieren nooit erg gesympathiseerd, omdat
spreker ze nogal onbeschaafd vond. De commissie kan
naar sprekers mening, verschillende posten in haar be-
groting schrappen, zonder aan de waardigheid van het
feest te kort te doen.
De heer Verspoor merkt op, dat de commissie Konin-
ginnedag haar best heeft gedaan om de raadsleden
voor haar plannen te winnen. Aanvankelijk stond spre-
ker daar sympathiek tegenover, omdat men iets op cul-
tureel gebied naar voren wenste te brengen. Spreker
wil'nu zijn stem motiveren waarom hij met het voorstel
van burgemeester en wethouders zal meegaan. Hem is
n.l. gebleken, dat de post onvoorziene uitgaven reeds
dermate is geslonken, dat de uiterste zuinigheid moet
worden betracht, wil men de eindjes aan elkaar ge-
knoopt kunnen houden. Tot sprekers spijt zal hij daarom
geen voorstel tot verhoging van het crediet kunnen
steunen.
De heer Jhr. van de Poll vraagt aan burgemeester en
wethouders of zij naar aanleiding van de eerste opzet
der commissie, ook met de tweede opzet der commissie
accoord kunnen gaan.
De heer Mr. Bakhuizen van den Brink, wethouder,
wijst er op, dat burgemeester en wethouders niet kun-
nen ingaan op alles, wat door verschillende leden is op-
gemerkt. Vooropgesteld zij, dat een preciese uitvoering
van de plannen der feestviering geen rechtstreekse zaak
van gemeentebeleid is. Het betreft hier primair een taak
van het particuliere initiatief. Ontwikkelt zich op dit
terrein een particuliere activiteit, dan is het de taak van
de gemeente om voor dit doel een geldelijke bijdrage
beschikbaar te stellen. Het vormt echter geen recht-
streekse aangelegenheid van het gemeentebestuur om
de wijze van de viering van dit feest te regelen. Hier-
mede is tevens uitgeschakeld de gedachtengang van
de heer Jhr. van de Poll, dat burgemeester en wethou-
ders rechtstreeks met de commissie Koninginnedag zou-
den vastleggen, wat er bij de feestviering gebeuren zal.
Ook in Haarlem en Bloemendaal gebeurt het zo, dat
men dit aan soortgelijke plaatselijke organisaties over-
laat.
Komende tot de mening van de heer Zegwaart, dat