131
29 April 1948
waren. De opbouw wordt in ons land vervaardigd.
De heer Zegwaart merkt op, dat in het voorstel staat
aangegeven. dat de automotorspuit een pompcapaciteit
moet hebben van 1500 2000 liter water per minuut
bij 80 meter manometrische opvoerhoogte. Spreker weet
wel dat in werkelijkheid de opvoerhoogte wel wat lager
zal zijn. Zijn vraag is nu hoe hoog deze nu werkelijk
zal zijn.
De Voorzitter antwoordt, dat dit een vraag is die bij
demonstraties herhaaldelijk wordt gesteld. Het is hem
niet mogelijk daarop een afdoend antwoord te geven,
omdat dit afhangt van verschillende bijkomstige omstan-
digheden. In de praktijk is het moeilijk om een toren te
bespuiten. De bedoeling van dit voorstel is, dat Heem-
stede met deze spuit geen gek figuur zal slaan.
De heer Zegwaart vraagt of het mogelijk is om met
de oude spuit de hoogste gebouwen in de gemeente te
bestrijken.
De Voorzitter zegt, dat de heer Zegwaart bij zijn
vraag ongetwijfeld aan de recente kerkbrand in Zut-
phen heeft gedacht. Een torenbrand blijft altijd een
moeilijk vraagstuk, omdat als de brand binnen in de
toren woedt, het niet veel zal helpen of men deze van
buiten bespuit. Voor dergelijke branden is de enige
mogelijkheid van bestrijding een brandleiding, die in de
toren is aangebracht, zoals ook bij veel torens het geval
is.
De heer Zegwaart vindt, dat de aflevering van de
brandspuit dient te worden bespoedigd, nu blijkt, dat de
oude spuit niet voldoende capaciteit heeft.
De Voorzitter wijst er op, dat burgemeester en wet-
houders daarom zo spoedig dit voorstel hebben gedaan.
De heer Jhr. van de Poll vraagt of burgemeester
en wethouders zich al een idee hebben gevormd over de
kwestie -wat zij met de oude spuit gaan doen.
De Voorzitter antwoordt, dat het niet de bedoeling
is om de oude spuit te houden. Wel is het mogelijk, dat
enkele onderdelen zullen worden gebruikt. Burgemees-
ter en wethouders hopen voor de oude spuit een goede
koper te vinden.