29 April 1948
136
meebrengen. Nog wijst spreker er op, dat het een in de
commissie van overleg met algemene stemjnen aange-
nomen voorstel is.
De heer Mr. Bakhuizen van den Brink, wethouder,
zegt, dat de commissie van overleg na een initiatief van
de heer Reijnders, zich kon verenigen met het uitbren-
gen van een advies aan burgemeester en wethouders
het was dus geen besluit om het toe te kennen om
aan het personeel een voorschot te geven van 2 op
de te verstrekken uitkering van 2X/ van de pensioens-
grondslag. Dit percentage werd veilig geacht. Nu doet
de heer Zegwaart een andere suggestie aan de hand,
die wellicht administratief eenvoudiger is en daardoor
blijkbaar aantrekkelijk. Hiertegen rijst echter de vraag
of bij het geven van een vast bedrag, onder de werk-
lieden geen wrijving zal ontstaan, omdat zij zich onder-
ling niet gelijk gesteld zullen voelen. Een vast bedrag
toch kan voor de een 95 van zijh tegoed betekenen
en voor de ander 75 Dit is spekers aanvankelijke
bedenking. Hij geeft er'de voorkeur aan zich verder in
de raad hierover niet uit te spreken, doch de zaak in de
vergadering van burgemeester en wethouders te be-
kijken, waarna door burgemeester en wethouders be-
sloten kan worden wat de beste oplossing is.
De heer Zegwaart wijst er op, dat de werklieden zo-
danig zijn opgevoed, dat zij oog hebben voor de moei-
lijkheden van het gemeentebestuur. Bij aanvaarding van
sprekers suggestie zal slechts een eenvoudige bereke-
ning béhoeven plaats te vinden. Tegen een vast bedrag
zullen naar sprekers mening onder het personeel zeker
geen bezwaren rtaar voren komen.
De heer Mr. Bakhuizen van den Brink, wethouder,
dankt de heer Zegwaart voor diens mededeling, waar-
mede hij rekening zal houden.
Lectuur leeszaal.
Hinder kolenopslag.
Vergunning bijeenkomsten politieke partijen.
De heer Verhoeven vraagt wie het toezicht heeft op