138
29 April 1948
kers kringen werd altijd met sympathie en achting over
de burgemeester gesproken. Helaas heeft hij, sinds zijn
weigering i.z. de bijeenkomsten, zeer veel van die sym-
pathie ingeboet. Naar de inzichten van sprekers partij-
genoten was voor deze weigering geen aanleiding. De
bevolking van Heemstede is niet zodanig dat zij deze
bijeenkomsten zal verstoren, terwijl van sprekers partij
ook niet gezegd kan worden, dat zij de orde verstoord
heeft' Spreker is zich bewust, dat het beoordelen van
het geven van vergunningen voor openbare bijeenkom-
sten, aileen aan de burgemeester is. Spreker wil echter
zijn afkeuring over het weigeren daarvan tot uiting
brengen en de ontstemming van zijn partij kenbaar
maken. Aan alle gestelde voorwaarden voor deze bij-
eenkomsten werd steeds de hand gehouden. Het is wel
toevallig dat deze weigering samenvalt met het optreden
van de heer Mr. Zeelenberg. Spreker vindt het jammer,
dat hij dit in het midden moet brengen.
De heer Verhoeven heeft bij zijn opmerking over de
lectuur in de leeszaal, het noemen van namen achter-
wege gelaten. Spreker wil wel duidelijker zijn. want het
gaat hier om het dagblad ,,de Waarheid Bij de ope-
ning van de leeszaal heeft spreker er reeds op gewezen,
dat hij de Waarheid op de leestafel had gemist. De heer
de Wit, directeur van de leeszaal, heeft echter gezegd,
dat de Waarheid wel aanwezig was. Spreker heeft dat
direct geaccepteerd. Voor hem was er geen aanleiding
om aan diens woord te twijfelen. Spreker heeft bij een
tweede bezoek aan de leeszaal echter weer niet ,,de
Waarheid" op de leestafel aangetroffen, waaraan hij
toevoegt, dat hij de dames er niet naar gevraagd heeft.
De heer van Lent, wethouder, zegt naar aanleiding
Van de opmerking van de heer de Ronde over de kolen-
opslag naast de wasserij in de Raadhuisstraat, dat door
de belanghebbende is toegezegd. dat, nadat de aanwe-
zige voorraad zal zijn opgestookt, het terrein niet meer
als opslagplaats voor kolen zal worden gebezigd. Spre-
ker vestigt er voorts de aandacht op, dat het hier parti-
culier terrein betreft, waarbij men dus van de medewer-
king van de eigenaar afhankelijk is. Met de commissie
voor de strafverordeningen wordt overwogen, dienaan-
gaande een aanvulling van de politieverordening te ont-