86
19 Augustus 1948.
AANKOOP RESTANT BUITENPLAATS
„MEER EN BERG".
Aan de Raad,
Onmiddellijk na beëindiging van de oorlogshande-
lingen, zijn wij weer in overleg getreden met de Direc-
tie van de huizen- en grondexploitatie Maatschappij
N.V. ,,Amsterdam-Heemstede", gevestigd te Am-
sterdam, over aankoop van de buitenplaats ,,Meer en
Berg" in deze gemeente aansluitende aan het wandel-
bos ,,Groenendaal".
Wij waren van oordeel, dat het bezit van dit aan
natuurschoon zo rijk terrein, van groot belang moet
worden geacht voor deze gemeente.
De vraagprijs was evenwel van die aard, dat wij
zonder verzekerd te zijn van een bijdrage van het Rijk
en de Prövincie, geen vrijheid konden vinden met een
voorstel tot aankoop bij Uwe vergadering te komen,
mede ge'let op het bedrag, dat vroeger in Llwe ver-
gadering als koopsom was genoemd. Wij stelden ons
daarom begin September 1945 in verbinding met Ge-
deputeerde Staten, met het doel hiervoor financiële
medewerking te verkrijgen van het Rijk en de Provin-
cie.
Wij gaven als onze mening daarbij te kennen, dat
ongetwijfeld een algemeen belang is betrokken bij het
verkrijgen van dit natuurreservaat.
Tijdens deze onderhandelingen werd begin 1946
vernomen, dat het herenhuis van deze buitenplaats met
een daaromheen gelegen terrein ter oppervlakte van
ruim 15 H.A. verkocht zou zijn aan de St. Hippolytus-
stichting te Delft, welke mededeling bij informatie juist
bleek te zijn.
Na een protest hierover bij de Directie der genoem-
de N.V. ,,Amsterdam-Heemstede", zijn door deze nog
pogingen gedaan deze verkoop ongedaan te maken,
hetgeen evenwel zonder gunstig resultaat is gebleven.
De verdere onderhandelingen, konden zich dus al-
leen bepalen tot het resterende gedeelte van deze bui-
tenplaats, waarvan de oppervlakte nog 27.34.02 H.A.
bedraagt en waarvoor een koopprijs werd bedongen
van f 525.000.
