210 19 Augustus 1948.
De heer Mr. van Wijk vindt het vrij moeilijk om zijn
standpunt in deze zaak te bepalen. Als koper is het
nooit precies te zeggen of men de laagste prijs wel
heeft bedongen. De gevolgde handelwijze van de N.V.
om tijdens de onderhandelingen met de gemeente over
dit bezit, een stuk daarvan aan anderen te verkopen,
acht spreker moreel zeer vreemd. Spreker koestert geen
vrees dat de verkoopster dit terrein zou gaan verka-
velen. Hij_ is, uit financieel oogpunt bezien, tegen dit
voorstel, uit cultureel oogpunt echter vôör de aankoop.
Spreker wijst er nog op, dat hij de geraamde post
voor een inrijhek van f 3000.(höog vindt, maar dit
kan z.i. later nog ter sprake! worden gebracht.
De voorwaarde waarbij 2 jaar rente van de koopsom
wordt bedongen, noemt spreker onsympathiek. Hij
begrijpt niet waarom de verkoopster, indien het niet
anders kon, de gevraagde koopsom niet zonder meer
verhoogd heeft. Of deze verhoging noodzakelijk was in
verband met verplichtingen van de verkoopster kan
spreker niet beoordelen. Misschien is verkoopster ook
niet vrij in het stellen van haar voorwaarden.
Hoewel niet con amore, zal spreker toch zijn stem aan
het voorstel geven.
De heer Mr. Bakhuizen van den Brink, wethouder,
zal namens burgemeester en wethouders op de gehou-
den bescihouwingen ingasn. Spreker acht dit voorstel
voor de gemeente van zeer grote betekenis en van vêr-
gaande strekking. Daarom is hij verheugd, dat er aller-
wege instemming met dit voorstel is betuigd, al zijn er
op verschillende punten bedenkingen geuit tegen de
houding van verkoopster.
Ingaande op de besproken punten, antwoordt spre-
ker op de door de heer Mr. van Wijk uitgesproken twij-
fel of wel de uiterste prijs is bedongen, dat hij de ver-
zekering kan geven, dat van de zijde van burgemeester
en wethcuders niets is verzuimd om tegen een goed-
kopere prijs te kunnen kopen. Sinds September 1946 zijn
zij regelmatig met deze aankoop bezig geweest. Het is
hun echter gebleken, dat het volkomen uitgesloten was
om deze gronden goedkoper te krijgen.
Ten aanzien van de opmerking van de heer Reijnders,
dat de Incasso Bank (de N.V. AmsterdamHeemstede)