212
19 Augustus 1948.
Burgemeester en wethouders zijn van oordeel, dat
Groenendaal als recreatie-oord op de duur te klein zal
worden. Dit dient niet zuiver plaatselijk gezien te wor-
den. Voor de 24.000 inwoners, die de gemeente thans
telt, zou Groenendaal inderdaad groot genoeg zijn.
Hier dient echter de plaats begrepen te worden, die
Heemstede in Kennemerland inneemt, als een der
weinige gemeenten, die in de gelegenheid zijn belang-
rijke recreatiegelegenheid te scheppen. Het ligt dan ook
op de weg van Heemstede om deze zaak niet alleen
naar eigen behoefte af te meten. maar ook te zien naar
die van naburige gemeenten en ook naar geheel Noord-
holland. Daarvan uitgaande is het vergroten van Groe-
nendaal met het nog overgebleven gedeelte van Meer
en Berg als een taak van Heemstede te beschouwen.
Komende tot de opmerkingen van bijzondere aard,
antwoordt spreker op de vraag van de heer Verhoe-
ven, om van burgemeester en wethouders de verzeke-
ring te mogen ontvangen, dat, buiten uitgaven voor
herstel van de schade aan het bos toegebracht, geen
verdere gelden in deze aankoop zullen worden gesto-
ken (met name had de heer Verhoeven bezwaar tegen
herstel van de oranjerie tenzij zij exploitabel zou zijn te
maken) dat hij de verzekering kan geven, dat het niet
in de bedoeling van burgemeester en wethouders ligt,
om aan de oranjerie grote bedragen ten koste te leggen.
Bij de heer Zegwaart, aldus spreker, is de vraag ge-
rezen, of het niet mogelijk is om het bezit rendabel te
maken, waarbij hij heeft gedacht aan een hotel. Spreker
zal met deze suggestie rekening houden. Op het ogen-
blik is het uiteraard nog niet mogelijk om hierover een
bepaalde toezegging of mededeling te doen.
Verder heeft de heer Zegwaart twijfel uitgesproken
over het realiseren van de toegezegde subsidie voor
deze aankoop van Rijk en Provincie, waarbij hij afgaat
op minder aangename evaringen bij toezeggingen van
die zijde i.z. salarisverordeningen. Spreker kan de heer
Zegwaart dienaangaande gerust stellen; Van het Rijk
staat deze toezegging zwart op wit. Ook van de Pro-
vincie werd de toezegging ontvangen, dat gedeputeerde
staten bereid zijn om aan de provinciale staten hier-
over een voorstel te doen. Uiteraard kunnen de provin-
ciale staten voor deze zaak niet apart worden bijeen-