ÜHSHP
(SäwsBwaaöBK®?
198
19 Augustus 1948.
dit standpunt van de Minister door de raad weinig zal
zijn te doen, maar spreker heeft er toch behoefte aan
om zijn verbazing over dit standpunt uit te drukken.
Bovendien ziet spreker hierin een onbillijkheid, omdat
het toekennen van diplomatoelagen voor de ambtenaren
blijft bestaan. Hij acht dit onbillijk om niet te spreken
van onrechtvaardig.
De heer De Ronde is door de houding van de Minis-
ter niet verbaasd zoals de heer van der Linden, maar
hij is er door geërgerd. Hier kan de gemeente geen
verwijt treffen. Op deze wijze te regeren is verstopper-
tje spelen. Het gemeentebestuur verwijst naar de
Minister en achter de minister staat de Amerikaanse
stadhouder. Naar sprekers inzicht dient men prijs te
stellen op bekwame vaklieden die zich de moeite ge-
troosten om een diploma te halen. Spreker stelt daarom
voor, zolang de Minister in zijn negatieve houding vol-
hardt, aan de werklieden een toelage toe te kennen
voor het behalen van een diploma, in de vorm van een
bedrag in eens.
De heer Mr. Zeelenberg zegt de gegeven schets
van de toestand niet te begrijpen. Het bedrijfsleven
ondervindt ernstige moeilijkheden, doordat het vast zit
aan gedwongen salarisschalen. Daardooris er veel minder
dan vroeger gelegenheid om het bekwame personeel
hoger te honoreren dan het minder bekwame. Maar
merkwaardig is nu juist, aldus spreker, dat de gemeente
Amsterdam zich niet aan die salarisschaal stoort en zich
blijkbaar niet aan de door de Minister gestelde normen
houdt, waardoor de practijk niet klopt met het door de
Minister beoogde. Spreker voelt voor het toekennen van
een bijzondere toelage, om daardoor het behalen van
diploma's te stimuleren. Dit wil niet zeggen, dat spreker
het voorstel van de heer de Ronde zal steunen, maar
spreker acht het goed, dat de in deze gedane suggestie
ter tafel blijft, waarom hij burgemeester en wethouder
verzoekt, dit onderwerp nader te bekijken.
De heer Zegwaart is niet verbaasd. Hij zou misschien
geërgerd kunnen zijn, evenals de heer de Ronde, omdat
hetgeen voor de ambtenaren wordt toegestaan op dit
punt, niet wordt goedgekeurd voor de werklieden,