103
28 October 1948.
schoolmeubelen, aankoop en onderhoud van
schoolboeken, leermiddelen en schoolbehoeften;
d. de kosten van assurantie van gebouwen en inven-
taris en verdere uitgaven ter verzekering van de
goede gang van het onderwijs.
Indien de werkelijke uitgaven van een bijzondere
kleuterschool, als bedoeld in het le lid, over een
bepaald jaar per leerling minder hebben bedragen
dan het bedrag der bijdrage bedoeld in dat lid,
dan mag het verschil worden gereserveerd voor
het doen van uitgaven van dezelfde aard in vol-
gende jaren.
Artikel 19.
De bijdrage bedoeld in artikel 17, onder c., bestaat
uit:
a. rente en afschrijving van de bouwkosten, de grond
hieronder niet begrepen;
b. rente van de kosten van grondaankoop;
c. de kosten van het huren van gebouwen en ter-
reinen.
Onder bouwkosten worden verstaan de kosten van
de bouw en de inrichting, inclusief architectenhonora-
rium en toezicht, verwarming en verlichting, alsmede
inrichting van het schoolterrein, een en ander tot de
door burgemeester en wethouders reeds vastgestelde of
voor nieuw te bouwen scholen vast te stellen bedragen.
De rente mag niet hoger zijn dan het door burge-
meester en wethouders goedgekeurde percentage.
Voor afschrijving mag jaarlijks worden berekend
2Vi van de onder a bedoelde bouwkosten.
De subsidie voor afschrijving wordt alleen toegekend
indien foij de jaarrekening blijkt dat op de kapitaal-
schuld een aflossing is gedaan tot een bedrag gelijk
aan het bedrag der afschrijving.
Voor zover de school gebouwd is op grond welke
door de vereniging of instelling in erfpacht is verkregen,
behoort de erfpachtscanon tot een door burgemeester
en wethouders goed te keuren bedrag tot de uitgaven
bedoeld onder letter b.