104
28 October 1948.
VERBOD TOT HET OPRICHTEN OF
GEBRUIKEN VAN SLACHTERIJEN,
VILDERIJEN EN PENSERIJEN.
Aan de Raad,
Bij Uw besluit van 17 Maart 1927 no. 33 werd
bepaald, dat het in deze gemeente verboden is om
slachterijen, vilderijen en penserijen op te richten.
In de destijds bestaande inrichtingen mocht derhalve
worden voortgewerkt. Gedurende de oorlog en ook
daarna kon, in verband met de rantsoeneringsmaat-
regelen, het slachten slechts geschieden in het Open-
baar Slachthuis te Haarlem. Het laat zich echter aan-
zien, dat in de toekomst de slagers, die daartoe ge-
rechtigd zijn, weer van hun eigen slachtplaats gebruik
zullen gaan maken.
Hoewel wij menen dat het Openbaar Slachthuis
voor het slachten de aangewezen plaats is willen wij
toch geen inbreuk maken op bestaande rechten. Een
overgang van die rechten dient echter te worden
voorkomen ten einde daardoor te bereiken, dat op de
duur de eigen slachtplaatsen verdwijnen.
In verband hiermede stellen wij U voor het ge-
bruiken van slachterijen, vilderijen en penserijen te
verbieden en daarbij te bepalen, dat dit verbod niet
geldt voor hen, die thans een eigen slachtplaats bij hun
bedrijf hebben, in casu, H. L. en A. A. van Amerongen,
Raadhuisstraat 28, Weduwe S. de Reus, Kerklaan 3,
K. Vedder, Raadhuisstraat 94, J. Verdonkschot, Raad-
huisstraat 33 en J. H. P. van der Zijden, Camplaan 16a.
Tevens wordt, in verband met de wijziging welke de
Gemeentewet in 1931 heeft ondergaan, een verandering
voorgesteld van de strafbepaling.
Een ontwerp-besluit tot regeling van een en ander
bieden wij U hierbij ter vaststelling aan.
Heemstede, 20 October 1948.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
J. P. W. van Doorn.
De secretaris,
N. Vos.