100
28 October 1948.
ambt of betrekking bewoond wordende eigendommen
wordt bepaald door vergelijking met onder normale
omstandigheden verhuurde eigendommen of gedeelten
daarvan van dezelfde of meest nabijkomende soort en
welke onder dezelfde of meest nabijkomende omstan-
digheden verkeren.
Wanneer de aard van een eigendom deze vergelij-
king niet toelaat, wordt de huurwaarde gesteld op zes
ten honderd, berekend over de verkoopwaarde of,
indien deze niet is te bepalen, over een som, door
vergelijking afgeleid uit de verkoopwaarde van andere
gebouwde eigendommen of gedeelten daarvan van
dezelfde of meest nabijkomende soort en welke onder
dezelfde of meest nabijkomende omstandigheden ver-
keren.
Waar in dit artikel sprake is van huurwaarde- of
verkoopwaardebepaling, geschiedt zulks naar de
toestand bij de aanvang van het belastingjaar.
Artikel 5.
De belasting bedraagt 1 van de volgens het vorig
artikel vastgestelde grondslag.
Bij de berekening der aanslagen worden waarden van
centen op een veelvoud vani tien naar boven afgerond.
Artikel 6.
Wordt in de loop van een belastingjaar een in de
belasting vallend nieuwgebouwd eigendom voor het
eerst in gebruik genomen, dan is de belasting verschul-
digd over zoveel twaalfde gedeelten als er maanden
in het belastingjaar overblijven.
Alsdan wordt ter aanwijzing van de genothebbende
in het derde lid van art. 3 in plaats van ,,1 Januari van
het belastingjaar" gelezen: ,,de datum van ingebruik-
neming van het perceel".
Wordt in de loop van een belastingjaar een
gebouwd eigendom herbouwd en is de huurwaarde van
het nieuwe perceel meer dan tweemaal het bedrag
waarvoor het oude perceel werd aangeslagen, dan
wordt een nieuwe aanslag opgelegd over het aantal
maanden, dat van het herbouwde eigendom gebruik
gemaakt wordt en wordt op de aanslag van het oude
perceel een evenredige ontheffing verleend.