100
28 October 1948.
Artikel 9.
Onder personen worden in deze verordening zowel
rechtspersonen als natuurlijke personen verstaan.
Artikel 10.
Bijaldien enig feit grond oplevert voor het vermoeden
dat een aanslag ten onrechte is achterwege gebleven,
ten onrechte is verlaagd of vernietigd of dat een te
lage aanslag is opgelegd, kan de te weinig geheven
belasting van de belastingplichtige of diens recht-
verkrijgenden worden nagevorderd, zolang niet sedert
het tijdstip waarop de belasting verschuldigd was, drie
jaren zijn verlopen.
Artikel 11
De belastingplichtige of zijn gemachtigde is gehouden
aan de controleur der gemeente-financiën desverlangd
mondeling of schriftelijk inlichtingen te verstrekken en
inzage te geven van boeken en alle andere bescheiden,
welke ter bepaling van een juiste huur- of verkoop-
waarde nodig zijn.
Artikel 12.
Onjuiste aanslagen kunnen ambtshalve worden ver-
laagd of vernietigd.
Artikel 13.
De invordering van de straatbelasting geschiedt door
de gemeenteontvanger krachtens de hem ter invorde-
ring gezonden kohieren.
Artikel 14.
De gemeente-ontvanger zendt zo spoedig mogelijk
nadat hem een kohier ter invordering is gezonden,
kosteloos aan iedere belastingschuldige een ingevolge
de bepalingen der gemeentewet gedagtekend aanslag-
biljet, waarop het belastingjaar, de naam van de belas-
tingschuldige, het bedrag en het tarief der belasting, de
betalingstermijnen, alsmede plaats, dagen en uren waar-
op de betaling kan geschieden, zijn vermeld.