252
28 October 1948,
gedrukte stukken onder volgno.
103. Subsidie bijzondere kleuterscholen.
De Voorzitter deelt mede, dat dit voorstel wel
in de commissie voor het onderwijs is behandeld die
daartegen geen bezwaar heeft gcmaakt, maar moet er
wel bij medegedeeld worden, dat deze vergadering niet
voltallig is geweest.
De heer Verhoeven betuigt zijn waardering, dat bur-
gemeester en wethouders met dit voorstel zijn gekomen.
Wel worden de bijzondere kleuterscholen sedert een
dertigtal jaren gesubsidieerd, maar zij kunnen
een royaler subsidieëring goed gebruiken. Deze gelijk-
stelling van het bijzonder voorbereidend onderwijs met
het openbaar voorbereidend onderwijs, doet plezierig
aan.
Toch heeft spreker nog enkele opmerkingen en vragen.
Zo vindt spreker, dat uit de redactie van artikel 1
niet duidelijk te lezen valt, of met het begrip ,,scholen"
het schoolgebouw dan wel de instelling als zodanig
wordt bedoeld. Artikel 189 der l.o.-wet toch, spreekt
van „scholen waarin geen ander dan voorbereidend
onderwijs wordt gegeven". In dit verband wil spreker
er op wijzen, dat van de kleuterschool van het kerk-
bestuur van de H. Bavo een klasse is ondergebracht
in het kleedlokaal van het gymnastieklokaal der lagere
school en een klasse in het Jeugdhuis, terwijl daar-
tegenover weer 2 klassen der lagere school in de kleu-
terschool huisvesting hebben gevonden. Als de school-
gebouwen worden aangemerkt als te zijn de bijzondere
kleuterschool, dan zou de door spreker genoemde school
daar niet onder vallen.
Spreker neemt echter aan, dat door burgemeester en
wethouders de instelling is bedoeld en niet het gebouw.
Bij artikel 8 valt het op, dat hierin het aantal leerlin-
gen per klasse is vastgesteld, hetwelk z.i. te laag is,
terwijl deze bepaling in de verordening op het openbaar
voorbereidend onderwijs niet voorkomt. Spreker vraagt
hoe groot het aantal leerlingen per klasse voor de open-
bare school is. Hij heeft dit uit de begroting niet af
kunnen leiden.
Naar aanleiding van het bepaalde in artikel 9 vraagt
spreker, of het zô is, dat het bestuur opdraait voor de