276
25 November 1948
De heer Jhr. van de Poll neemt aan, dat deze herzie-
ning nog in de commissie voor het grondbedrijf be-
handeld zal worden.
De heer van Lent, wethouder, antwoordt, dat ook
deze herziening t.z.t. in de raad zal worden behandeld
en dus ook in de daarvoor in aanmerki'ng komende
raadscommissies.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoof-
delijke stemming vastgesteld.
XVI. WIJZIGING LEGESVERORDENING.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de
gedrukte stukken onder volgno.
123. Aanvulling legesverordening.
De heer Mr. van Wijk merkt op, dat in het besluit
is opgenomen, dat door houders van abonnementen,
geen inlichtingen of opgaven aan derden mogen worden
verstrekt. Spreker vraagt, of daar een sanctie op be-
staat. Zo niet, dan zouden burgemeester en wethou-
ders, bij misbruik, de abonnementen dienen in te trek-
ken. Spreker vraagt welke machtsmiddelen burgemees-
ter en wethouders ten dienste staan.
Het is de heer Reijnders opgevallen, dat voor een
bewijs van goed gedrag f 1.wordt berekend, terwijl,
indien dit wordt afgegeven ten behoeve van het Nijver-
heidsonderwijs f 0.50 in rekening wordt gebracht. Spre-
ker vraagt of aan de laatste bewijzen minder onkosten
verbonden zijn.
De Voorzitter antwoordt, dat het door de heer Reijn-
ders naar voren gebrachte voorkomt in de bestaande
verordening. De nu voorgestelde wijziging brengt in die
tarieven geen wijziging, zodat het niet aan de orde is.
De heer Mr. Bakhuizen van den Brink, wethouder,
zegt in antwoord op de vraag van de heer Mr. van
Wijk, dat tot nu toe aangenomen is, dat de personen
aan wie inlichtingen gegeven worden, daarvan in goedc
trouw gebruik zouden maken. Overwogen kan worden
om onder ogen te zien of hiervoor een sanctie is te ont-
werpen. Spreker zou echter vaststelling van deze wijzi-
ging hier niet afhankelijk van willen stellen.