25 Ncvember 1948
277
De heer Mr. van Wijk kan zich hiermede verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofde-
lijke stemming vastgesteld.
XVII. WINKELSLUITING.
Het voorstel van burgemeester en wethouders is op-
genomen in de gedrukte stukken onder volgno.
122. Winkelsluiting.
De heer Brink is bij ontvangst van het raadsstuk wel
even geschrokken na al de moeite die gedaan is om een
enquête bij de winkeliers in te stellen. Nu toch was een
regeling verkregen, waarmede de meeste winkeliers zich
konden verenigen. Spreker vraagt zich af, of wel een
regeling mogelijk zou zijn geweest als de Middden-
standscentrale sneller zou hebben gewerkt. Hij vraagt
of van de zijde van het gemeentebestuur pressie op de
Regering kan worden uitgeoefend, om met deze materie
spoed te betrachten, omdat hij voorziet, dat er nog wel
een paar jaar overheen kunnen gaan alvorens de wet
tot stand komt.
De Voorzitter antwoordt. dat hier een taak ligt voor
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, terwijl ook
de bedrijfsorganisaties er wel achterheen zullen zitten
om de totstandkoming van de wet te bevorderen.
De heer Brink vindt het goed de Vereniging van Ne-
derlandse Gemeenten hierop attent te maken.
De Voorzitter zegt toe, dat burgemeester en wethou-
ders hierover aan de Vereniging van Nederlandse Ge-
meenten zullen schrijven
De heer Dr. Brongersma licht toe, dat deze materie
een zeer moeilijke is. De Regering wordt hierover ge-
adviseerd door bij uitstek deskundigen. In de Vereni-
ging voor Detadhandel zijn de meningen erg verdeeld.
De heer Mr. Zeelenberg merkt op, dat plaatselijke
regelingen dan beter zullen zijn dan een algemene wet.
De heer Dr. Brongersma zet uiteen, dat de moeilijk-
heid ligt in het verschil van gemeenten en in de ver-
scheidenheid van de takken van handel, waarbij ook