284
25 November 1948
opschorting van invoering zou zijn. Het is helaas veel
beperkter. Door burgemeester en wethouders wordt de
mogelijkheid van invoering van een kooktarief over-
wogen. In de volgende vergadering zullen zij daarom-
trent met een voorstel komen. Spreker verzoekt tot zo-
lang de discussie daarover op te schorten.
De heer Ir. Kooijmans wijst er op, dat door de Minis-
ter van Sociale Zaken, bij circulaire van 22 Juni 1948,
de aandacht van de gemeentebesturen wordt gevraagd
voor de gezinsverzorging. Hierin wijst de Minister er
op. dat dit werk, dat zover in het gezinsleven ingrijpt,
primair een taak is voor het kerkelijk en particulier
initiatief. Voorts acht de Minister het gerechtvaardigd,
indien het particulier of kerkelijk initiatief door geld-
gebrek, het werk der gezinsverzorging niet kan ver-
richten, dat bijstand der overheid wordt verleend. Spre-
ker vraagt of burgemeester en wethouders menen, dat
hier een taak voor hen ligt.
Verder deelt spreker mede, dat inzake de kwestie van
het afmaken van loslopende honden, waartegen hoger
beroep is ingesteld, door de heren Duk en van den Berg
Eijsinga, artikelen zijn geschreven over deze zaak, waar-
in zij tot de conclusie komen, dat Heemstede in dit
geval juist gehandeld heeft. De gemeente heeft dus kans
gelijk te krijgen.
De heer van Lent, wethouder, kan op de eerste vraag
van de heer Ir. Kooijmans niet direct antwoord geven.
Hij zal dit onderwerp met de afdeling sociale zaken
opnemen.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
De se De voorzitter.