42
24 Februari 1949
is van de noodzaak van concurrentie( vindt hij toch een
percentage van 10 venters van voor de oorlog tegen-
over nu 25-30 een te grote toename. Spreker zal daar
verder nu niet over uitweiden, omdat dit tot de taak
van de burgemeester behoort. Namens de handeldrij-
venden wil spreker dit toch naar voren brengen en met
klem op verbetering aandringen.
De Voorzitter antwoordt, dat deze kwestie vanwege
zijn waarneming van het burgemeesterschap, nu tot zijn
taak behoort. Dat het aantal ventvergunningen is tôe-
genomen bestrijdt spreker, omdat volgens de hem ver-
strekte cijfers in 1936, 204 ventvergunningen zijn af-
gegeven tegen in 1940, 105 en in 1948, 110. Van stijging
is dus geen sprake, integendeel. Dit probleem heeft
echter sprekers volle aandacht, omdat we hier te doen
hebben met drie belangengroepen. In de eerste plaats
de middenstand, winkeliers, die hoge kosten hebben
bij hun exploitatie. In de tweede plaats de venters, die
van het venten hun beroep maken en daar hun brood
mee verdienen en in de derde plaats de consumenten,
die belang hebben bij concurrentie, omdat deze prijs-
regelend optreedt. Spreker zal voor deze zaak de
speciale aandacht van de burgemeester vragen.
De heer Brink vermoedt, dat er dan clandestien ge-
vent wordt, waarop naar spreker hoopt, voldoende con-
trôle zal worden gehouden.
De Voorzitter is het opgevallen, dat in de dagrappor-
ten van de politie ook processen-verbaal voorkwamen
tegen venters zonder vergunning.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
De secretaris.
De voorzitte