mf n mémw >&mmm 74 31 Maart 1949 meente, daarover niet wordt gereclameerd, terwijl als het Rijk eens wat te eng gerekend heeft daarop dadelijk de aandacht wordt gevestigd. Laten wij daarmede nu niet beginnen, dan zijn de reclames niet van de lucht, maar laten wij veeleer nagaan, of de einduitslag voor bepaalde gemeenten bevredigend is. Wanneer gemeen- ten met de uitkeringen uit het Gemeentefonds niet in staat zijn op een redelijke wijze de haar toevertrouwde belangen te verzorgen, laten zij dan reclameren, en als de geachte afgevaardigde de heer Maenen dergelijke gevallen kent, laat hij ze dan ter kennis van de Minis- ter van Binnenlandse Zaken brengen; dan zullen zij bezien worden. Laten wij echter niet ten aanzien van alle details aan de gemeenten de berekeningen over- leggen. Ik geloof, dat de door mij aanbevolen methode de meest praktische is." Dit systeem moet wel als totaal onbevredigend wor- den gebrandmerkt. Van gemeentewege is hier zeker een protest op zijn plaats. Intern is onbevredigend de weinige overzichtelijkheid van de kapitaalsuitgaven. Wel is er bij de begroting nu 'n lijstje overgelegd waarin de kapitaalsuitgaven voor het komende jaar in volgorde van prioriteit zijn opgenomen. In de loop der jaren is de raad echter steeds verrast met plannen, welke hoge uitgaven vorderen. Een beter systeem is dat hetwelk o.a. in Enschede en Amersfoort wordt toegepast. Daar wordt door de hoofden van takken van dienst voor enkele jaren een schema opgesteld wat aan kapitaal nodig zal zijn. Burgemeester. en wethouders beoordelen dan de prioriteit van elk dier uitgaven. Men is dan ook in staat voor tijden van werkloosheid bepaalde objecten te reserveren. Met groot genoegen heeft spreker de her- ziening van het electriciteitstarief, volgens een vroeger d°or de raad vastgesteld plan, begroet. Daarnaast zijn voor de bedrijven toch nog niet onaanzienlijke winsten geraamd. In de loop der jaren is er een zekere kentering gekomen in de opvattingen omtrent de winst van open- bare bedrijven. Men heeft deze vroeger becritiseerd als een vorm van indirecte belastingen. Dr. Claeys be- rekende in de Economist van 1938, dat in Amsterdam 1 van het inkomen der arbeidersgezinnen in de be- drijfswinsten verdisconteerd was. Dit is te veel en dan bestaat er bezwaar tegen deze vorm van indirecte be-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1949 | | pagina 32