31 Maart 1949
97
zen. Het is spreker bekend, dat in enkele gemeenten
openbare washuizen zijn, waarvan door vele huisvrou-
wen uit de kleinere inkomstenmilieu's gebruik wordt
gemaakt. Indien dit beperkt blijft tot gezinnen uit die
milieu s, dan kan daar ook niet het minste bezwaar
tegen bestaan, integendeel dan is dit toe te juichen.
Maar indien het gebruik maken van deze inrichtingen
niet wordt beperkt tot personen tot aan een zekere wel-
vaartsgrens, dan betreedt de overheid daarmede het ter-
rein van zijn eigen gemeentenaren- en dat is naar spre-
ker s mening beslist onjuist. De overheid mag niet, om
het zo maar te zeggen, in andermans waswater wassen
en dat zou zeer zeker het geval zijn indien voor alle
gemeentenaren de gelegenheid tot wassen in een op te
richten gemeentelijk washuis ongelimiteerd zou worden
opengesteld. Spreker zou zich zelfs de situatie kunnen
voorstellen, dat men zijn dienstbode naar het gemeen-
telijk washuis zendt om daar te wassen, dan heeft men
de rommel niet in eigen huis, terwijl men de uitgaven
van de wasserij bespaart. Spreker beveelt daarom, in-
dien de gemeente eventueel tot oprichting van washui-
zen mocht overgaan, waartoe in het niet dichtbevolkte
Heemstede wellicht minder aanleiding bestaat, de sug-
gestie, gelegen in het ingetrokken voorstel van de heer
Zegwaart van deze morgen aan. Er moet naar spreker's
mening een mogelijkheid bestaan om practisch een
zekere welvaartsgrens te bepalen. Vanmorgen ontbrak
wel wat de tijd om deze gedachte nader uit te werken.
Kan, met een boetebepaling desnoods, niet jaarlijks een
verklaring van het betrokken gezinshoofd worden ge-
ëist dat hij minder dan een nader te bepalen, al dan
niet met kinderbijslag, al dan niet rekening houdende
met bepaalde aftrekken bijv. voor pensioen vast te stel-
len, inkomen heeft? Naar spreker's mening moet dit
mogelijk zijn. En als dit mogelijk is, dan staat een wel-
zijnsverzorging van minder goed gesitueerden te dezen
opzichte niets in de weg, Ook niet het middenstands-
°f ^et bedrijfsbelang, omdat dit deze inkomstengroepen
toch niet bereikt. Spreker is van oordeel dat dit in
Heemstede, het washol van de leeuw, toch wel eens
gezegd mocht worden. Spreker heeft nog een opmer-
kmg te maken naar aanleiding van wat Mr. van Wijk
in het midden heeft gebracht. Er is n.l. een misverstand;