31 Maart 1949
111
dat het zover nog niet was. Mocht het geval zich echter
voordoen als verondersteld, dan zou deze plaats voor
de bedoelde ambtenaar worden opengehouden. Hij moest
in de tijdelijke tewerkstelling bij de distributie een per-
soonlijke onderscheiding zien. Toen kwam na beëindi-
ging van de oorlog de staking van de bedoelde ambte-
naar, Het getuigt, volgens spreker, van geen wijs beleid,
dat het resultaat van het onderzoek naar de zuiverheid
van de betrokkene niet is afgewacht, alvorens tot de
benoeming van een boekhouder bij openbare werken
over te gaan. Men kon z.i. toch veronderstellen, dat,
als bij het onderzoek zou blijken, dat de ambtenaar
schoon was, door het voortijdig vervullen van de vaca-
ture, hij toch gestraft zou zijn en dat nog wel ondanks
de toezegging van de burgemeester, dat de bewuste
plaats voor hem bestemd was.
In de raadsvergadering van 22 Juli 1946 heeft spre-
ker deze zaak reeds ter sprake gebracht, waarbij hij
van de voorzitter een vrijwel bevredigend antwoord
heeft gekregen.
Ook in de raadsvergadering van 27 Februari 1947
heeft spreker weer over de positie van de heer Arnold
gesproken en er daarbij op aangedrongen hem een
beter gehonoreerde positie te verschaffen. De heer
van Lent heeft toen geantwoord, dat deze aangelegen-
heid de volle aandacht van burgemeester en wethou-
ders had en dat, wanneer een oplossing mogelijk was,
met de belangen van de betrokken ambtenaar rekening
zou worden gehouden.
Nu zijn we inmiddels een jaar verder. Terwijl men
de bedoelde ambtenaar tegemoet wil komen, wacht hij
nog steeds op een salarisverbetering. Spreker weet wel.
dat het niet op de weg van burgemeester en wethou-
ders ligt, om 2 boekhouders te benoemen. De betrok-
kene staat echter nog steeds op het maximum van com-
mies 2e klas. Spreker weet, dat burgemeester en
wethouders zich met deze zaak hebben bezig gehou-
den en hij weet hoe dat gegaan is. Een dergelijk onder-
zoek lijkt objectief, maar men moet z.i. rekening houden
met de verhoudingen, Als mensen bij hun hoogste
patroon geroepen worden en er wordt hun gevraagd
,,hoe denk je over je onmiddellijke chef dan is te ver-