31 Maart 1949
115
de volksgezondheid. Bovendien is het hem opgevallen.
dat alleen de prijzen van de douchebaden zijn verhoogd,
terwiji dit niet het geval is met de kuipbaden. Spreker
noemt dit een stap achteruit.
De heer Disselkoen, wethouder; antwoordt. dat bui-
qemeester en wethouders zich hebben verenigd met een
desbetreffend voorstel van de Stichting tot exploitatie
van de bad- en zweminrichtingen. Het loon- en pnjspeil
liqt hoger dan in 1939 en is voor deze tijd niet te hand-
haven Logisch is dus, dat de prijs voor de douchebaden
wordt verhoogd. Spreker wijst bovendien op de moge-
lijkheid van kosteloos baden, hetgeen zonder over-
leqqinq van bewijzen van onvermogen, gemakkelqk
gaat. Hiervan kan dus ook gebruik worden gemaakt.
De heer Zegwaart herhaalt, dat alleen de douche-
baden en niet de kuipbaden in prijs zijn verhoogd. Uok
niet de knipkaarten voor kuipbaden. Was men conse-
quent geweest, dan zou de prijsverhoging ook op de
kuipbaden moeten zijn toegepast.
De heer Disselkoen, wethouder, antwoordt, dat de
Stichting bij haar voorstel als overweging in aanmer-
king heeft genomen, dat er <sprake was van een wan-
verhouding in de prijzen voor douche- en kuipbaden en
dat door dit voorstel de tarieven nu glad gestreken
waren. Het gebruik van een bepaald soort baden wordt
nu gestimuleerd, hetgeen zijn invloed zal doen gelden.
Het bestuur der stichting meent, dat deze maatregel
juist is en burgemeester en wethouders kunnen zich
da'ar mede verenigen.
De heer Zegwaart wijst er op. dat het bestuur, ge-
zien de raming, blijkbaar geen rekening houdt met een
grote toename van het kosteloos baden, Spreker weet
uit ervaring, dat kuipbaden veel water en warmte kos-
ten. Hij gelooft, dat, als men dit breed bekeken had,
dan ook de andere baden in prijs verhoogd zouden zijn.
De heer Disselkoen, wethouder, zegt, dat dit het
beleid van het bestuur der Stichting betreft. Burge-
meester en wethouders zullen de opmerking van de
heer Zegwaart aan het bestuur ter kennis brengen.
Spreker vermoedt, dat ook de voorschriften van de