31 Maart 1949
123
Meer en Berg zouden worden toegepast. Hij hoopt
dat Provinciale Staten in het besluit, waarbij zij voor
de aankoop van de buitenplaats een bijdrage hebben
gegeven, een bepaling hebben opgenomen om het land-
goed in zijn natuurlijke staat te behouden.
De heer Van Lent, wethouder, zegt dat het niet de
bedoeling is aan het bos zijn karakter te ontnemen.
De heer Verspoor vraagt of het voetpad dat loopt
van het Verversingshuis naar de tennisbanen, ook in de
verbetering begrepen is. Spreker wil de suggestie aan
de hand doen om op een hoog gedeelte van Groenen-
daal een zandbak met omrastering aan te brengen. Ook
bij het Kolkje in de gemeente Bloemendaal zijn zand-
bakken voor zeer jonge kinderen aangelegd. Dit zou
wellicht ook voor Groenendaal aanbevelenswaardig
zijn. In Bloemendaal is deze aanleg, uit aesthetisch oog-
punt bezien, niet hinderlijk opgelost. Het is wel zaak
deze zandbakken op een hoog gedeelte aan te leggen,
omdat het zand dan gauw droog is.
De heer Van der Linden vindt een bedrag van
f 1000.voor de aankoop van herten vrij veel.
De Voorzitter antwoordt dat herten zeer duur zijn
en dat ook het vangen der dieren aanzienlijke kosten
met zich medebrengt.
De heer Willemse geeft in overweging de zandbak
achter het hoge gedeelte bij de Lelievijver te plaatsen.
Daar spelen in de regel veel kinderen en komt de bak
ook overigens het beste tot haar recht.
De heer Van Lent, wethouder, heeft beluisterd, dat
de heer Brongersma het niet eens is met de reorganisatie
van het wandelbos. Voor leken is dit echter moeilijk te
beoordelen. De gemeente moet hierbij steunen op haar
adviseur voor de plantsoenen en rekening houden met
de wensen van Staatsbosbeheer. Spreker moet toe-
geven, dat het bos in de nabijheid van het molentje
thans het karakter van een park heeft. Het gaat er
echter maar om hoe het er over 25 jaar uit zal zien.
Ook in Meer en Berg wordt het eikenhout uitgedund.
Sommige stammetjes blijven staan en worden dus op
de duur bomen. Hetzelfde gebeurt met het elzenhakhout,