31 Maart 1949
129
Spreker kan dan ook thans niet dieper op de materie
ingaan, omdat hij deze op het ogenblik niet voldoende
kan beoordelen. Wel is het spreker opgevallen, dat de
heer Mr. Zeelenberg veel werkt met „als en wanneer'
Maar als het nu eens niet gebeurt zoals de heer Mr.
Zeelenberg veronderstelt, wat dan. Het gaat volgens
spreker daarom niet aan, de ziekenfondsen thans de
nodige steun te onthouden. Spreker meent, dat d,eze
post nu moet worden aangenomen.
De heer Zegwaart zegt het met de redenering van
de heer Reijnders eens te zijn. Als de door de heer Mr.
Zeelenberg genoemde zaken tot stand komen, dan be-
staat er z.i. aanleiding om een en ander nader te be-
zien. Nu van dit alles nog niets vaststaat, hecht spreker
er waarde aan, dat we niet terug gaan naar de tijd, dat
de arbeiders en kleine lieden met de pet in de hand
moesten verzoeken om in een ziekenhuis opgenomen
te kunnen worden. Zolang aan sprekers bezwaren niet
is tegemoet gekomen, dient het thans bestaande stelsel
van subsidiëring te worden gehandhaafd.
De heer Willemse wil hieraan nog toevoegen, dat de
leden van deze fondsen over het algemeen slechts be-
schikken over een krappe beurs. Als de moeder in een
ziekenhuis moet worden opgenomen, dan zal er hulp in
huis moeten komen. Betreft het een opname van kinde-
ren, dan moet heel dikwijls voorzien worden in een
noodzakelijke aanschaffing van extra kleding. Derge-
lijke kosten worden niet uit een ziekenfonds betaald.
Het is daarom goed, dat de mensen contanten in han-
den krijgen, welke zij voor de genoemde kosten goed
kunnen gebruiken.
De heer Disselkoen, wethouder, zegt, dat het niet de
schuld is van de heer Mr. Zeelenberg dat de raad geen
kennis heeft kunnen nemen van het door hem ingezon-
den bezwaarschrift. Spreker heeft dit stuk in zijn dos-
sier gehad.
Volgens spreker moet men bij de beoordeling van
deze materie twee dingen onderscheiden, n.l. moeten
wij de ziekenhuisfondsen subdiëren en ZO' ja, hoe hoog
moet deze subsidie zijn.
Spreker wil er allereerst op wijzen, dat het sedert