130
31 Maart 1949
jaar en dag bij deze fondsen gebruikelijk is, een ver-
plegingsduur te geven van 42 dagen. Dit is geen wil-
lekeurig cijfer; deze tijd is ook bij de ziekenfondsen
gebruikelijk en op de practijk gebaseerd. Door stijging
van de verpleegprijs is de verplegingsduur dan belang-
rijk lager komen te liggen. Als de raad zich op het
standpunt stelt, dat de fondsen moeten worden gesub-
sidieerd, dan dient dat zo gedaan te worden, dat de
verzekerden 42 dagen in een ziekenhuis kunnen worden
verpleegd. Daarvoor is dit voorstel van burgemeester
en wethouders nodig.
De verpleegprijs van de ziekenhuizen wordt nu op-
nieuw hoger. Het is daarom mogelijk, dat na aanne-
ming van dit voorstel, de leden toch nog niet voor 42
dagen verzekerd kunnen zijn. Alsdan zal er nog een
kleine verhoging van de subsidie moeten bijkomen,
waarin spreker geen bezwaar ziet.
De vraag of de gemeente deze fondsen moet subsi-
diëren, wordt door de heer Mr. Zeelenberg ontkennend
beantwoord, waarbij hij zich baseert op een waarschijn-
lijke wijziging van het ziekenfondsenbesluit. Dit lijkt
spreker echter een te wankele basis om daarop een be-
slissing te nemen, Voorts meent de heer Mr. Zeelen-
berg dat degenen, die meer dan 3750.verdienen,
geacht kunnen worden voor zichzelf te kunnen zorgen.
Dit is wel het geval als alles goed gaat, maar geldt
zeker niet altijd als het gezin voor extra lasten komt
te staan. Hier komt de theorie te veel om de hoek
kijken. De practijk is anders. Verder zegt de, heer Mr.
Zeelenberg, dat degenen die minder verdienen dan de
loongrens, bij de ziekenfondsen terecht kunnen, hetzij
als verplicht, hetzij als vrijwillig verzekerde. Spreker
wil er echter op wijzen, dat dit voor mensen boven 65
jaar niet opgaat. Zouden de ziekenhuisfondsen hier op-
houden te bestaan, dan zouden die mensen als verze-
kerde op straat staan. Een deel van deze mensen zou
dan door de gemeente moeten worden geholpen en dat
kost ook gauw veel geld. Het is bovendien toch wel
erg sneu als men zijn gehele leven in fondsen verzekerd
is cn men komt dan aan het einde daarvan, onverzekerd
te staan. In een vorige vergadering heeft de heer Mr.
Zeelenberg de zelfwerkzaamheid der bevolking gepre-
zen. Dit is volgens spreker, een bepaald voorbeeld van