45
16 Juni 1949.
IV
V
VI
bij aanvang
92
44.16
na 1 jaar
93
44.64
94
45.12
96
46.08
98
47.04
100
48,—
102
48.96
bij aanvang
100
48,—
na 1 jaar
101
48.48
2
102
48.96
104
49.92
106
50.88
108
51.84
110
52.80
bij aanvang
106
50.88
na 1 jaar
107
51.36
108
51.84
110
52.80
112
53.76
114
54.72
116
55.68
De minima van elk der loongroepen I en II gelden
eerst, indien belanghebbende de leeftijd van tenminste
22 jaren heeft bereikt; de minima in de overige loon-
groepen gelden voor belanghebbenden met een leeftijd
van tenminste 23 jaren.
II. Artikel 3, le lid blijft gelezen als volgt:
Voor jeugdige werklieden bedraagt het loon:
III. Artikel 4, le lid, zoals dat is gewijzigd bij raads-
besluit van 29 April 1948, no. 44, vervalt.
2
3
4
5
6
*t
3
4
5
6
2
3
4
5
6
loongroep 3 loongroep 4
p.w. p.u. p.Ty. p.u.
7.68 16 7.68 16
10.56 22 10.56 22
14.40 30 14.40 30
18.24 38 18.24 38
22.56 47 22.56 47
26.88 56 26.88 56
31.20 65 31.20 65
35.52 74 36,— 75
40.32 84 40.80 85
Leeftijd in
loongr-oep 1
loongroep 2
jaren
p.w. p.u.
p.w. pu.
14
7.68 16
7.68 16
15
10.56 22
10.56 22
16
14.40 30
14.40 30
17
18.24 38
18.24 38
18
22.08 46
22.56 47
19
26.40 55
26.88 56
20
30.72 64
31.20 65
21
34.56 72
35.52 74
22