29 Juni 1949.
181
gevolg van deze annexatie, waartegen U zich met hand
en tand verzet heeft, was, dat de gemeente zich meer
in het centrum ging ontwikkelen.
De scholenbouw had Uw volledige belangstelling en
in de tijd, dat U deze afdeling beheerde, kwamen in
Heemstede tal van moderne schoolgebouwen tot stand.
Vöör de oorlog is wel eens geklaagd, dat wij ten deze
opzichte te royaal waren, thans mogen wij echter dank-
baar zijn dat het toenmalige gemeentebestuur zo'n voor-
uitziende blik heeft gehad.
Ook de gezondheidsdienst had Uw volle belangstel-
ling; jarenlang was U voorzitter van het Witte-Kruis
en onder Uw burgemeesterschap kwamen tot stand de
schooiartsendienst en de schooltandartsendienst (een
van de eerste in den lande) en werd het Gezondheids-
huis gebouwd.
Burgemeester, ik zou veel meer dingen de revue
kunnen laten passeren van datgene wat onder Uw lei-
ding tot stand kwam, maar U heeft mij gevraagd mij te
beperken.
Ik zou kunnen memoreren de aanleg van onze groots
opgezette sportparken, de jachthaven, het station
Heemstede-Aerdenhout en het in beide wereldoorlogen
instellen van een distributiedienst.
ïk zou kunnen herinneren aan de grote grondaan-
kopen welke de gemeente deed, na de oorlog o.a. het
Oude Slot en het prachtige Meer en Berg. Dit alles
was mogelijk omdat in Uw ambtsperiode steeds een ge-
zonde financiële politiek gevolgd is, mede waardoor wij
zijn blijven behoren tot de betrekkelijk weinige gemeen-
ten in den land,e welke nooit no.odlijdend geweest zijn.
Nu weet ik, burgemeester, wat Uw antwoord op deze
woorden zal zijn. De spreekwoordelijke bescheidenheid
van onze burgemeester kennende, zult U natuurlijk ant-
woorden: ,,Maar daar ben ik toch niet alleen voor
verantwoordelijk,'' daarbij doelende op de spreuk boven
de ingang van onze raadszaal: ,,Als' er geen wijze raet-
slagen en zijn vervalt 't volk".
Inderdaad burgemeester heeft U de steun gehad van
Uw wethouders, bij Uw benoeming de heren van Hou-
ten en Peeperkorn, daarna de heren Dr. Droog en de
tegenwoordige raadsnestor Jhr. van de Poll, welke U
bijna 30 jaar als wethouder van financiën terzijde stond
en in een latere periode de heren Jonckbloedt en van