28 Juli 1949.
197
krijgt. Z.i. dient het bestuur zich meer in te laten met
personeelszaken. Spreker heeft het n.l. meegemaakt,
dat het bestuur niet wist hoelang het badhuis geopend
is.
De heer Zegwaart herinnert er aan, dat hij bij de be-
handeling van de begroting van het badhuis gesproken
heeft over de onbillijkheid om de douchebaden in prijs
te verhogen en de kuipbaden niet. Burgemeester en
wethouders zouden deze zaak met het bestuur van de
stichting bad- en zweminrichtingen bespreken. Spreker
informeert naar het resultaat hiervan. Spreker blijft er
bij, dat de kuipbaden de zwaarste zorg voor het badhuis
opleveren.
De heer Disselkoen, wethouder, wijst er op, dat het
bestuur van de stichting bad- en zweminrichtingen op
het standpunt staat, dat het niet mogelijk is de prijzen
te hcuden zoals zij waren. Burgemeester en wethouders
kunnen dit standpunt delen. Het zou inderdaad logisch
zijn indien dan niet alleen de douche-, maar ook de kuip-
baden in prijs zouden zijn verhoogd. De voorschriften
van de Prijsbeheersing vormen daarvoor echter een
beletsel.
De heer Zegwaart blijft het onlogisch achten, dat
beter-gesitueerden worden voorgetrokken. Hier ziet
spreker weer een van de minder sociale beschikkingen
van de Prijsbeheersing.
De heer Zegwaart is aangesproken door een Glip-
bewoner, die hem mededeelde dat het plan bestaat om
lijn 2 op te heffen, waardoor ook de verbinding met de
Glip zou vervallen. Spreker vraagt hoe dit zit.
De Voorzitter antwoordt, dat in een conferentie met
de N.Z.H.V.M. is medegedeeld, dat het de bedoeling
is om lijn 2 op te heffen. Er zal dan één lijn overblijven
met een frequentie van lx/i minuut. De verbinding naar
de Glip blijft echter gehandhaafd. Voldoet de dienst-
regeling niet, dan zullen meerdere bussen worden in-
gevoegd.
De heer Zegwaart wijst er op, dat de slagers alle-
maal gedurende 2 weken van Zaterdag tot Donderdag
zijn gesloten geweest wegens vacantie. Als er dus zieken