190
28 Juli 1949.
De Voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wet-
houders de gedachte van de heren Zegwaart en Mr
van Wijk overnemen. Voorts doet hij de toezegging,
zodra zich een gelegenheid voordoet naar Generaal
Spoor een straat te noemen, burgemeester en wethou-
ders met een voorstel daartoe bij de raad zullen komen.
De stukken genoemd onder a tot en met e worden
vervolgens zonder hoofdelijke stemming voor kennis-
geving aangenomen.
III. ONDERZOEK GELOOFSBRIEVEN
RAADSLEDEN.
De Voorzitter deelt mede, dat volgens het reglement
van orde uit de raad een commissie van 3 leden moet
worden samengesteld. Spreker stelt voor om hierin
Mëvr. van Nispen en de heren van der Linden en Mr.
van Wijk te benoemen.
De raad kan zich hiermede zonder beraadslaging cn
zonder hoofdelijke stemming verenigen.
De Voorzitter stelt de betrekkelijke stukken in han-
den van deze commissie en schorst de vergadering.
Na heropening der vergadering brengt de heer Mr.
van Wijk als rapporteur verslag uit van het onderzoek
en deelt het volgende advies der commissie aan de raad
mede.
,,Ondergetekenden Mevr. J. van Nispen-van Wely,
N. J. van der Linden en Mr. O. H. van Wijk, aange-
wezen als leden der commissie voor onderzoek van de
ingekomen geloofsbrieven van de 17 Juni j.l. benoemde
leden van de raad dezer gemeente, verklaren alle be-
scheiden te hebben onderzocht en volkomen in orde te
hebben bevonden. Volgens deze overgelegde beschei-
den bestaan geen bezwaren tegen de toelating als raads-
lid van: 1. Mr. R. C. Bakhuizen van den Brink, 2. O. A.
Brink, 3. Dr. E. Brongersma, 4. Mr. Dr. J. van Brug-
gen, 5. H. J. W. B. Disselkoen, 6. W. J. H. van Hees,
7. A. C. Hopstaken, 8. A. J. van Houten, 9. J. Kamer-
beek, 10. Ir. J. Kooijmans, 11. E. J. van Lent, 12. N. J.
van der Linden, 13. J. van Nispen-van Wely, 14. Mr.
K- A. F. J. Pliester, 15. W. J. Reijnders, 16. Th. J H.
Verhoeven, 17. Mr. O. H. van Wijk, 18. Mr. J. H. G.
Zeelenberg, 19. P. Zegwaart."