67
29 September 1949
schuldvergelijking en zonder kosten voor geldgeefster.
De betalingen zullen gerekend worden allereerst te
zijn geschied ter voldoening van de kosten, vervolgens
van de boeten, daarna van de vergoedingen, vervol-
gens van de rente en het laatst van de hoofdsom.
Artikel 7.
Indien geldneemster het aan rente of aflossing ver-
schuldigde niet op tijd en overeenkomstig het bepaalde
in artikel 6 zal hebben voldaan, zal zij aan geldgeefster
betalen, als boete, een bedrag gelijk aan 5 procent per
jaar van het achterstallige bedrag over de tijd der
nalatigheid.
Artikel 8.
Het onafgeloste gedeelte van het bedrag der lening
is, met de rente en de kosten, onmiddellijk opeisbaar:
a. bij niet-nakoming door geldneemster van één of
meer der in deze akte vermelde bepalingen of aan-
gegane verbintenissen;
b. bij door haar gedaan verzoek tot verkrijging van
surséance van betaling;
c. bij faillietverklaring van geldneemster.
Geldneemster zal in gebreke zijn door het enkele feit
van het voorvallen van een der vermelde gevallen van
onmiddellijke opeisbaarheid, alsof zij bij bevel of andere
sootgelijke akte ware in gebreke gesteld.
Artikel 9.
De belastingen, welke van rente der lening geheven
mochten worden, komen ten laste van geldneemster.
Artikel 10.
Alle kosten en rechten van deze akte en van de
maatregelen, welke geldgeefster mocht nemen tot be-
houd of ter uitoefening harer uit deze overeenkomst
voortvloeiende rechten, zijn voor rekening van geld-
neemster.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van
29 September 1949.
De secretans,