275
24 November 1949
weer als schuilplaats te dienen bij het vaak lange wach-
ten op de bus. Spreker is het echter in zoverre eens
met de heer Dr. Brongersma, dat het ook hem minder
elegant voorkomt om een verwaarloosd huisje cadeau
te geven. De Mij. dient z.i. het huisje eerst oo te
knappen. 1
De heer Ir. Kooijmans meent uit de toelichting op te
kunnen maken, dat van gemeentewege gevraagd is dit
wachthuisje over te nemen. Blijkbaar heeft de Maat-
schappij geen behoefte het huisje op te knappen Zo
dit door de gemeente wordt gedaan, profiteert de Maat-
schappij hiervan. Spreker vraagt zich af of het wacht-
huisje nog nodig is, omdat het niet zozeer in gebruik
sc ijnt te zijn bij de buspassagiers, doch meer een onder-
vormt voor van dagen voor het houden van
conversatie.
De heer Zegwaart zou, als aangenomen kon worden
dat het hier een vaste halte betoft, het met de heer van
Houten eens zijn, maar gezien de vele mutaties in de
halten is het nog lang niet zeker, dat deze halte blijft
bestaan. Tenzij men het huisje wil behouden voor een
onderdak van ouden van dagen, maar dan verdient
plaatsing van een biljart wellicht aanbeveling.
Mevr. van Nispen is voorstandster van het behoud
van het wachthuisje. De ligging van het huisje in de
onmiddelhjke nabijheid van het raadhuis brengt mee
meermalen groepen mensen, zoals na trouwpartijen!
îf isje bij slecht weer een toevlucht kunnen vin-
den Aan deze halte staan altijd veel buspassaqiers te
wachten.
De Voorzitter zegt, dat door burgemeester en wet-
ouders niet is aangedrongen op overdracht van dit
wachthuisje In een bespreking tussen de directie van
de 1n.Z,.l 1.V.M. en burgemeester en wethouders, werd
in het algemeen naar voren gebracht, dat wachthuisjes
met meer als tot de taak van de maatschappijen be-
horende worden beschouwd. Daarbij werd besproken
instandhouding voor gezamenlijke rekening n.l.
maatschappij en gemeente of het voor rekening van de
gemeente nemen, waarbij de »eigendom van de wacht-
huisjes aan de gemeente zou overgaan. Burgemeester en