24 November 1949
284
schillende naar voren gekomen bezwaren een oplossing
te vinden.
Om de klachten nog eens te formuleren is daar in de
eerste plaats de grote klacht over de geweldige mate
van beschadiging van de bestrating.
Ten aanzien van de klachten over de exploitatie van
de bus, merkt spreker op, dat hij wel weet dat de zorg
daarvoor bij de directie van de N.Z.H.V.M. behoort en
dat men bij klachten zich tot die directie moet wenden,
maar er zijn over die exploitatie zo vele klachten, dat
spreker ze in deze vergadering nog eens naar voren
wil brengen. Zoals de raad reeds meende te voorzien
bij de beraadslaging over de kwestie van de opheffing
van de tram, is de bus niet in staat op de spitsuren alle
reizigers op te nemen. Het is niet waar dat de bus om
de 10 minuten rijdt. Het zijn ,,hot en hor diensten Als
gevolg daarvan komen er soms proppen bussen los en
dan weer lange tijd niets.
Verder acht spreker het een bezwaar, dat buslijnen
zô maar worden opgeheven, dit met het motief dat zij
niet rendabel bleken. In dit verband wil spreker naar
voren brengen, dat hij wel kan begrijpen, dat een tarief
van f 0.10 voor een traject HeemstedeVergierdeweg
in deze tijd te laag is, maar men zou dan kunnen over-
wegen om lijnen in étappes te verdelen, zoals in Londen
gebruikelijk is
Voorts uit spreker de klacht, dat het personeel, be-
staande uit jonge knapen, er vrij ruw op los rijdt, zodat
men zijn hart vasthoudt uit angst van te kapseizen. Dit
gevaar is indertijd reeds door het oud-raadslid, de heer
de Ronde, beter dan het door spreker zou kunnen wor-
den gedaan, uiteengezet.
Staan wij nu helemaal rechteloos? vraagt spreker.
Hoe staat het met het toezicht op de exploitatie van de
buslijnen en is ingrijpen mogelijk? Zou dan niet aange-
drongen kunnen worden bij de concessiegever om in
deze toestand orde te scheppen?
Als de directie van de N.Z.H.V.M. niet voldoet aan
het algemeen verlangen om voor de klachten een op-
lossing te vinden, dan zou men er uiteindelijk toe kunnen
komen om aan de bussen van de N.Z.H.V.M. de toe-
gang tot de wegen binnen deze gemeente te verbieden.
Dit betekent een harde maatregel, maar de ondervin-
ding leert, dat men op zijn achterste benen moet gaan