1 29 December 1949
d. dat wegens inkrimping of reorganisatie van de
brandweer overbodig wordt;
2. aan de commandant, ondercommandant en brand-
meester met ingang van het jaar volgende op dat
waarin hij de 60-jarige leeftijd heeft bereikt;
3. aan elk lid van het korps beneden de rang van
brandmeester met ingang van het jaar volgende op
waann het de 55-jarige leeftijd heeft bereikt.
B. In bijzondere gevallen kan de burgemeester af-
wijken van het bepaalde onder A lid 2 en 3.
Artikel 13.
1. De commandant zendt, binnen 3 maal 24 uur, een
v olledig îngevuld brandweerrapport volgens model
voorgeschreven door het ministerie van Binnenland-
se Aaken afd. Brandweerwezen aan:
a. Burgemeester: één exemplaar;
Burgemeester en wethouders: één exemplaar;
c. Distnctsmspecteur van het Brandweerwezen te
rlaariem: twee exemplaren.
2. De commandant zendt jaarlijks vöör 15 Febr. aan
de burgemeester en aan burgemeester en wethou-
ders een beredeneerd verslag van de werkzaam-
heden door het personeel van de brandweer ver-
richt, benevens een overzicht van de toestand van
het brandblusmateriaal.
Artikel 14.
1. Het handhaven van de orde bij brand is opgedraqen
aan de politie. a y
2- Zij zet de plaats van de brand af en treedt daar-
omtrent m overleg met de commandant.
3. Binnen de afgezette plaats hebben, behalve de leden
van het korps der vrijwillige brandweer, slechts
toegang de leden van het College van burgemeester
en wethouders, de ambtenaren en beambten der
Justitie, en de districtsinspecteur van het brandweer-
wezen of diens plaatsvervanger.
4. Andere personen worden zonder vergunning van de
burgemeester of de commandant niet toegelaten.