18
26 Januari 1950.
waren toen direct bezet, maar drie jaar daarna, toen
er woningen genoeg waren en men het eerst uit de
eenkamerwoningen trok, vormden zij de stroppen. Als
dit experiment betaald moet worden met het leegstaan
van woningen, dan vindt spreker dat duur betaald.
Het is, aldus spreker, nog niet zo, dat een arbeider
s winters naar de Riviêra kan gaan. Over het feit dat
een grote kamer niet voldoende verwarmd kan worden,
moet men niet gering spreken. Dat wordt volledig
armoe lijden.
Spreker wijst Mevrouw van Nispen er op, dat de
arbeidersgezinnen voor het installeren van een grote
kamer niet voldoende meubels hebben. Dan komt men
er toe om een hoekje van de kamer te meubileren. De
rest van de kamer is dan alleen als balzaal te gebruiken,
hetgeen men dan zou kunnen doen om zich te ver-
warmen.
De heer Kamerbeek heeft met genoegen naar het
prettige pleidooi van de voorzitter geluisterd. Daaruit
spreekt de geest, dat het oude plaats moet maken voor
het nieuwe. Met belangstelling heeft hij geluisterd naar
de betreffende bevindingen van mevrouw van Nispen.
Zouden de omstandigheden normaal zijn, dan
zou spreker achter het voorstel van burgemeester
en wethouders staan. Voor proefnemingen acht spreker
het nu niet de tijd. Het lijkt hem dan ook verkeerd om
nu van voorkeur voor een bepaald type woning te
spreken. Als van de acht woningen er twee eenkamer-
woningen zijn, dan kan spreker zich indenken, dat men
in uiterste noodzaak ook op deze eenkamerwoningen
beslag legt. Als men van arbeiderszijde ernstige bezwa-
ren maakt tegen deze woningen, acht spreker het niet
juist daar geen gehoor aan te geven.
Ook de heer Zegwaart is door de wethouder niet
overtuigd. Spreker is het eens met de heren Reijnders
en Kamerbeek, dat men in dit geval niet moet experi-
menteren. Hij is er van overtuigd, dat over tien iaar, als
er meer woonruimte is, de eenkamerwoningen stroppen
zullen worden. Het is sprekers overtuiging, dat als
arbeiderswoningbouwverenigingen zelf plannen zouden
indienen voor de bouw van woningen, dit dan geen
eenkamerwoningen zullen zijn. Indien men nu 200 een-