26 Januari 1950.
19
kamerwoningen zou zetten, dan twijfelt spreker er niet
aan of deze zullen ook verhuurd worden. Spreker onder-
steunt daarom graag het amendement van de heer van
der Linden.
De heer Hopstaken is het niet eens met de vorige
sprekers. Hij is de mening toegedaan dat eenkamer-
woningen zeer goed zullen voldoen en ook in de toe-
komst geen strop zullen worden. Spreker heeft dit zelf
bij de hand gehad. In sprekers huis is van twee kamers
één kamer gemaakt. Dit bevalt uitstekend. Het is een
gezellig geheel, doch de verwarming is in het midden
geplaatst.
De Voorzitter heeft niet het idee gehad, dat hij de
tegenstanders van de eenkamerwoning kon overtuigen.
De bewering, dat het hier een experiment betreft,
spreekt hij tegen, integendeel, hij is overtuigd, dat het
wonen in deze woningen een genoegen zal worden. Deze
indeling van huizen wordt in tal van andere gemeenten
al jaren lang met succes toegepast. In de Indische buurt,
aldus spreker, zijn indertijd 58 woningen gebouwd met
kamer-keuken. Spreker heeft nooit klachten gehoord. dat
het wonen in deze huizen minder aangenaam zou zijn,
waarbij hij er op wijst, dat het hier niet gaat over een
kamer-keuken, maar over een kamer met afzonderlijke
keuken. Een grote kamer kan men inrichten met een
woonhoek en een eethoek, althans kan een grote kamer
beter ingericht worden dan twee kleine kamers en met
minder kosten. Met de bewering dat men in deze wo-
ningen drie weken in de kou zal zitten, is spreker het
niet eens. Spreker sluit de discussie over dit punt, aan-
gezien hij het voldoende besproken acht.
De Voorzitter brengt hierna het amendement van de
heer van der Linden in stemming.
Dit amendement wordt verworpen met 513 stem-
men. De heren Reijnders, Zegwaart, van der Linden,
Verhoeven en Kamerbeek stemden voor het amendement.
Vervolgens brengt de Voorzitter het voorstel van
burgemeester en wethouders in stemming.
De heer van der Linden wil zijn uit te brengen stem
toelichten, omdat het voor hem moeilijk is uit te maken