26 Januari 1950.
3
f. Verslag van kasopneming bij de boekhouder van
het grondbedrijf d.d. 29 December 1949, waaruit blijkt,
dat kas en boeken met elkander in overeenstemming zijn.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en
wethouders, worden de stukken genoemd onder a tot
en met f, zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke
stemming, voor kennisgeving aangenomen.
III. VASTSTELLING RENTE VERSTREKT
KAPITAAL GEMEENTEBEDRIJVEN
Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte
stukken onder volgno.
1. Vaststelling rente verstrekt kapitaal
gemeentebedrijven.
De Voorzitter deelt mede, dat de financiële commissie
zich, blijkens haar advies, met dit voorstel kan verenigen.
De heer Mr. Dr. van Bruggen wil naar aanleiding
van dit voorstel drie vragen stellen, n.l.:
Is het burgemeester en wethouders mogelijk op te
geven:
1. hoeveel kapitaal in 1949 aan de bedrijven is ver-
strekt?
2. of verstrekking uitsluitend heeft plaats gehad
voor kasgeld of dat deze ook is geschied voor
kapitaalsuitgaven, die nog niet in leningen zijn
geconsolideerd?
3. hoe hoog het rentepercentage is, dat door de
gemeente voor kasgeld wordt vergoed?
De heer Mr. Bakhuizen van den Brink, wethouder,
zal deze gegevens graag verstrekken voor zover het hem
mogelijk is, omdat uiteraard alle daarvoor benodigde
gegevens hem nu niet ten dienste staan. Voor zover
spreker ze nu niet kan geven, zegt hij toe, dat hij ze
de heer Mr. Dr. van Bruggen zal doen toekomen. Ver-
volgens beantwoordt spreker de vragen als volgt:
1. deze opgave kan spreker nu niet geven;
2. naast verstrekking van kasgeld heeft ook ver-
strekking van kapitaal plaats;
3. ingevolge de verordening van 29 September 1932,
no. 54, heeft de gemeente niet het recht om meer
rente in rekening te brengen dan zij zelf betaalt.