14 Februari 1950.
55
wordt medegewerkt.
Spreker wijst er verder op, dat de nieuwe salaris-
regeling voor de ambtenaren nog steeds niet in werking
is getreden. Dat is niet de schuld van burgemeester en
wethouders, die aan deze regeling al sinds 1948 gewerkt
hebben. Zelfs is het niet de schuld van de Minister van
Binnenlandse Zaken, maar wel van de ambtenaren van
diens departement. Voor deze zelf zijn de laatste salaris-
verbeteringen reeds geruime tijd geëffectueerd. Toch
is spreker van mening, dat er voor de ambtenaren al
wel wat gedaan zou kunnen worden en verwijst daar-
voor naar het voorbeeld van de gemeente fdaarlem.
Burgemeester en wethouders hebben daar besloten de
salarissen voorlopig uit te betalen volgens de normen
van de nieuwe regeling. Zelfs hebben daar al promo-
ties plaats gehad op grond van die regeling. Spreker zou
gaarne zien, dat hier ook aldus werd gehandeld. Dat
zou zeker ook ten goede komen aan de gemeente.
De heer Mr. Zeelenberg heeft reeds gesproken over
de ziekenhuisverplegingsfondsen. Spreker kan het be-
leid van de V.V.D. niet bewonderen, wanneer zij juist
Mr. Zeelenberg over deze materie het woord laat voe-
ren, omdat deze geacht moet worden voor eigen
parochie te spreken. De heer Mr. Zeelenberg heeft in
twee opeenvolgende raadsvergaderingen over verzeke-
ringsbanken gesproken. Daarop is spreker in een volgen-
de vergadering met bewijsstukken gekomen om diens
betoog te weerleggen. Men moet nu eenmaal altijd
rekening houden met verzekeringsmaatschappijen wier
uitsluitend doel het is om winst te maken. Dat zijn die
maatschappijen, die, wanneer een verzekerde hun te duur
wordt, hem direct uitstoten, terwijl de verzekerde slechts
eens per jaar de gelegenheid wordt gegeven op te zeg-
gen. Om te bewijzen dat zijn stelling juist is en dat er
blijkbaar inderdaad zulke maatschappijen bestaan,
citeert spreker uit een folder van de N.V. Nederlandse
Lloyd:
,,11. De Maatschappij beëindigt nimmer een verzeke-
ring omdat een verzekerde veel met ziekte te
kampen heeft en doet dit ook niet als de ver-
zekerde een bepaalde leeftijd bereikt."
De heer Mr. Zeelenberg heeft zich ook uitgesproken
fegen socialisatie. Spreker is daar ook niet altijd voor-
stander van, maar op dit terrein nu juist wel, n.l. dat