14 Februari 1950.
81
Men heeft de overtuiging, dat er niet is uitgehaald wat
er uit te halen valt. Spreker verzoekt burgemeester en
wethouders daaraan nog eens ernstig aandacht te
schenken.
De heer Mr. van Wijk vraagt bij volgno. 61 „Bedie-
ning en onderhoud openbare verlichting Heemstede of
de schade aan de lantaarns door derden toegebracht,
nogal meevalt, of dat een waarschuwing aan het publiek
en verscherpt politietoezicht hier op haar plaats zijn.
De heer Disselkoen, wethouder, antwoordt, dat een
salarisdeskundige als de heer Zegwaart is, terecht in
volgno. 40 een onjuistheid heeft ontdekt. In deze ge-
raamde bedragen is inderdaad de „knik" al inbegrepen.
Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor het electriciteits- en
waterleidingbedrijf.
Ten aanzien van de vraag van de heer Zegwaart om
de werklieden uit de laagste loongroep in een hogere
groep in te delen, merkt spreker op, dat de heer Zeg-
waart zal aanvoelen, dat Den Haag niet alleen toezicht
houdt op de vaststelling van de loongrenzen der ver-
schillende groepen, maar er ook op toeziet dat bepaalde
loongroepen niet worden leeggehaald. Van de zijde
der organisaties heeft spreker tot nu toe geen klachten,
dat de indeling van de loongroepen reden tot ontevre-
denheid heeft gegeven, vernomen. Spreker had eerder
de indruk, dat men in de kringen der organisaties de
plaatsing der werklieden in de loongroepen zoals zij
heeft plaats gevonden, redelijk vond. Het lijkt spreker
erg moeilijk om na te gaan welke klachten er bestaan,
zonder dat bepaalde namen worden genoemd. Deze in
de raad te noemen is echter ook onjuist, maar er zal
mogelijk wel een plaats te vinden zijn, waar een en
ander nog eens besproken kan worden.
Spreker kan de heer Mr. van Wijk geruststellen, De
niet verhaalbare schade aan lantaarns door baldadig-
heid, is in verhouding tot elders niet groot. Wel komt
het voor, dat men na aanrijding van een lantaarnpaal
maakt dat men weg komt. Dit beperkt zich echter tot
enkele gevallen. Hiervoor moet dus een post op de be-
groting staan. Dit is niet verontrustend.
De heer Zegwaart is er verbaasd over, dat de orga-
nisaties met de indeling der werklieden in de groepen