94
14 Föbruari 1950.
echter niet mogelijk is, dan zal spreker zich daarbij
neerleggen.
Volgno. 349. Kosten van politie-auto en -motor-
rijwielen,
De heer Mr. Pliester vraagt of ook afschrijving op
de motorrijwielen geraamd wordt.
De Voorzitter zegt, dat dit niet nodig is, omdat de
aankoop uit de gewone dienst wordt gefinancierd.
De heer Ir. Kooijmans vindt het op deze post geraam-
de bedrag hoog.
De heer Mr. Bakhuizen van den Brink, wethouder,
antwoordt, dat het efficiency-onderzoek zich ook hier-
mede zal bezighouden.
De Voorzitter voegt hier nog aan toe, dat de motor-
rijwielen duur zijn door het zeer intensieve gebruik dat
er van gemaakt wordt.
Volgno. 359. Onderhoud der lantaarns en verdere
kosten der verlichting.
De heer van Hees vraagt hoeveel lantaarns er in de
gemeente zijn.
De heer Disselkoen, wethouder, antwoordt dat er on-
geveer 700 gaslantaarns en tussen de 350 en 400 elec-
trische lantaarns zijn. Er staan echter meer palen. Naar-
mate er glasmantels beschikbaar komen, wordt het
aantal lantaarns geleidelijk op het vooroorlogse peil
gebracht.
Volgno. 375. Uitkering van wachtgeld aan ingevolge
het Koninklijk besluit van 10 Oct. 1945, St.bl. F. 221,
ontslagen politiepersoneel.
De heer Mr. van Wijk vraagt of ook deze kosten
door het Rijk worden vergoed. Voorts wil hij gaarne
met betrekking tot
Volgno. 377. Uitgaven voor de reserve-
gemeentepolitie
weten of er zich inderdaad 30 man hebben aangemeld,
dan wel of de uniformen dienen als lokaas om mensen