179
27 April 1950.
voor malaria was te vrezen. Burgemeester en wethou-
ders hebben daarom alsnog toestemming verleend om
het snoekenbroed uit te zetten. Begin Juni moeten de
snoeken zijn overgepoot.
De heer van der Linden zegt als bestuurslid bij deze
vereniging geïnteresseerd te zijn. Spreker wil hier per-
tinent verklaren. dat als de vereniging niet vooraf ver-
gunning heeft aangevraagd, dit geheel onbewust is ge-
beurd. Het bestuur meende dat hiertegen wel geen be-
zwaren zouden bestaan, omdat het zich niet kon voor-
stellen, dat het uitzetten van snoekenbroed overlast zou
kunnen veroorzaken. Wie zich daaraan ergert, moet
maar op de Mookerheide gaan wonen. Het bestuur
betreurt het niet op de gedachte te zijn gekomen om aan
burgemeester en wethouders hiervoor vergunning te
vragen.
De heer Reijnders noemt deze hele actie van de om-
wonenden kinderachtig. De grootste ageerder is de
hoofdredacteur van een bekend blad, die zich echter
niet noemt, maar zich verschuilt achter anderen, Ook
spreker wenst dezulken op de Mookerheide.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.