27 April 1950.
166
h brief van de Bond van Nederlands overheids-
personeel dd. 14 April 1950, inzake het toekennen van
een vacantietoeslag aan het gemeentepersoneel;
i. idem, dd. 14 April 1950, houdende verzoek ter ge-
legenheid van de nationaie feestdag, aan het gemeente-
personeel de gehele dag vrijaf te geven.
Het stuk genoemd onder i wordt door de Voorzxtter
voorgelezen.
De heer Zegwaart meent namens de gehele raad te
spreken wanneer hij verzoekt, de raad în het vervo g
de voorlezing van dergelijke viezigheid te beparen.
De Voorzitter heeft dit stuk, waarvan verschillende
raadsleden geen kennis hebben genomen, voorgelezen
om de bedoeling daarvan duidelijk te laten uitkomen.
De stukken genoemd onder a tot en met worden
vervolgens zonder hoofdelijke stemming voor kennxs-
geving aangenomen.
III. SCHOOL- EN BEROEPSKEUZE.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen în de
gedrukte stukken onder volgno.
24. School- en beroepskeuze.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het
onderwijs zich hiermede kan verenigen.
De heer Mr. Dr. van Bruggen zegt, dat in de voor-
dracht dingen voorkomen, die hem volledig sympathiek
zijn. Hij zal niet meer spreken over het beginsel zelt,
hetwelk aan deze materie ten grondslag ligt, omdat dxt
reeds in December 1949 is behandeld. Spreker is er
van overtuigd, dat door de voorlichting van het Ce-
westelijk Arbeids Bureau zoal geen zekerheid wordt
verkregen van een goede keuze van school of beroep er
althans grote waarschijnlijkheid bestaat, dat een ver-
keerde keuze wordt afgeraden. Spreker heeft op de
vraag van de wethouder van onderwijs of het nood-
zakelijk werd geacht voor dit punt een vergadenng van
de commissie van het onderwijs bijeen te roepen, niet
qereaqeerd, omdat met het bijeenroepen van een ver-
gadering f 24.is gemoeid. Als spreker aan een be-