30 23 Mei 1950. termijn vervalt op de negentigste dag na die van de dagtekening van het aanslagbiljet. De verschuldigde belasting is dadelijk invorderbaar. wanneer de aangeslagene in staat van faillissement wordt verklaard of op zijn roerende of onroerende goe- deren executoriaal beslag wordt gelegd. Artikel 11 De invordering der belasting geschiedt overigens overeenkomstig de bepalingen der gemeentewet. Artikel 12. Voor de toepassing der artikelen 297, 299 en 300 der gemeentewet is in de plaats van de raad, van burgemeester en wethouders of van de burgemeester aangewezen de chef van de secretarie-afdeling belas- tingen of, bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van deze, diens plaatsvervanger. Artikel 13. Een verzoek om ontheffing op grond van artikel 5 moet binnen dertig dagen na het ontstaan van de reden daartoe schriftelijk worden ingediend. De beslissing wordt zo spoedig mogelijk genomen en aan belang- hebbende medegedeeld, Artikel 14. Onjuiste aanslagen kunnen ambtshalve worden her- steld. Navordering van belasting kan plaats vinden in alle gevallen, waarin te weinig is geheven, zolang niet sedert het tijdstip waarop de belasting verschuldigd was, drie jaren zijn verlopen. Het na te vorderen bedrag wordt met het viervoud daarvan verhoogd, indien door de belastingplichtige of zijn gemachtigde niet of niet volledig is voldaan aan de ingevolge deze verordening op hem rustende verplich- tingen. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op grond van dwaling of verschoonbaar verzuim, kwijt- schelding of vermindering van de verhoging te verlenen. Ingeval van ambtelijk verzuim of nalatigheid zal geen verhoging worden toegepast.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1950 | | pagina 10