30
23 Mei 1950.
Artikel 15.
Bij het indienen der gemeenterekening zendt de
gemeente-ontvanger aan burgemeester en wethouders
een staat met toelichting van de posten, welke hij niet
heeft kunnen invorderen. Burgemeester en wethouders
zenden deze staat aan de raad met een voorstel tot niet
invorderbaarverklaring van die posten, welke zij daar-
voor vatbaar achten.
Het besluit, waarbij aanslagen oninvorderbaar wor-
den verklaard, ontheft de gemeente-ontvanger van de
verplichting tot verdere invordering,
Artikel 16.
Het toezicht op de naleving der bepalingen van deze
verordening geschiedt door de door burgemeester en
wethouders aan te wijzen ambtenaren.
Artikel 17.
Deze verordening treedt in werking op 1 December
1950, met dien verstande dat artikel 14, 3de en 4de lid,
eerst in werking zal treden met ingang van het belasting-
jaar 1951 voor aanslagen op dit belastingjaar betrek-
king hebbende.
Met ingang van 1 December 1950 vervalt de ver-
ordening vastgesteld op 4 November 1942, goedge-
keurd bij besluit van de Secretaris-Generaal van het
Departement van Binnenlandse Zaken dd. 10 Decem-
ber 1942, B.Z. no. 2, B.B.
Deze verordening zal mede worden toegepast voor
enig tijdvak waarvoor de verordening van 4 Novem-
ber 1942 gold, doch niet mocht zijn toegepast.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van
23 Mei 1950.
De Secretaris,
De Voorzitter,