30
23 Mei 1950.
en wethouders aan te wijzen verenigingen, die honden
houden met het doel daarmede uitsluitend het algemeen
belang te dienen;
c. voor honden, uitsluitend gehouden als geleide-
hond voor blinden.
Artikel 7.
In een der laatste maanden van elk belastingjaar wordt
aan ieder, die in dat jaar in de hondenbelasting was
aangeslagen een formulier ter invulling toegezonden,
welk formulier binnen acht dagen na de toezending
ingevuld behoort te worden teruggezonden.
Ieder, die ingevolge deze verordening voor een aan-
slag in de hondenbelasting in aanmerking komt en nog
niet eerder in deze gemeente een aanslag ontving, is
verplicht tot het doen van aangifte op eenzelfde for-
mulier als in het eerste lid genoemd.
Artikel 8.
De kohieren voor de hondenbelasting worden, nadat
zij zijn vastgesteld, doorgezonden aan de gemeente-
ontvanger.
Deze zendt zo spoedig mogelijk aan ieder der aan-
geslagenen een aanslagbiljet, vermeldende naam en
adres van de belastingschuldige, aantal honden, bedrag
der verschuldigde belasting, plaats en wijze van be-
taling, dagen en uren waarop voor de ontvangst zitting
wordt gehouden en vervaldag.
Tevens kan bij het aanslagbiljet een penning worden
toegezonden, ten einde door de hond te worden ge-
dragen. Bij verlies van deze penning kan een nieuwe
worden verkregen tegen betaling van vijftig cent. De
hondenpenning geldt niet als bewijs van betaling.
Artikel 9.
De gemeente-ontvanger of zijn waarnemer is ver-
plicht van iedere contante betaling onmiddellijk kwi-
tantie op het aanslagbiljet te stellen.
Bij betaling per giro of postwissel geldt het daarvoor
ontvangen bewijs als kwitantie.
Artikel 10.
De aanslagen zijn in één termijn invorderbaar. Deze