29 Juni 1950
236
Zoals reeds in de commissie voor het grondbedrijf
werd besproken, zal bij verplaatsing van de school- en
werktuinen, dit terrein daarvoor in aanmerking komen.
Burgemeester en wethouders achten het daarom ge-
wenst, de duur van de pacht van de gebruikelijke ter-
mijn van 6 jaar terug te brengen tot 1 jaar.
Het is inderdaad mogelijk, zoals de heer Mr. van
Wijk heeft betoogd, de pachtovereenkomst voor een
langere periode aan te gaan en indien de gemeente het
terrein nodig heeft, ontbinding van de overeenkomst
te vragen, Beter lijkt het spreker door een korte huur-
tijd zelf de termijn in de hand te houden.
De heer Zegwaart kan de handelwijze van de heer
Captein niet bewonderen. Voorgesteld wordt nu, om
het land te verhuren van 1 Januari 1949 t/m 31 Decem-
ber 1950. Als het waar is, zoals adressant in zijn brief
beweert, dat hij het land heeft laten diepspitten om dan
in het najaar hyacinthen te planten, zal een langere
huurtijd nodig zijn dan tot 1 Januari 1951. Indien na
1 Januari 1951 het land niet meer aan hem verhuurd
zou worden, heeft de huurder de zekerheid voor nie-
mendal diepgespit te hebben. In ogenschouw nemende
dat diepspitten een kostbaar werk is, geeft spreker in
overweging, het land te verhuren tot 1 Januari 1952.
Dit zal z.i. wel gaan, omdat in 1951 de school- en werk-
tuinen daar waarschijnlijk nog wel niet gevestigd zullen
worden.
De heer Mr. Zeelenberg vraagt of, toen Captein
spijt had van de bedongen huurprijs van f 1.per
R.R., hij dit aan burgenteester en wethouders heeft
kenbaar gemaakt.
De heer Mr. Bakhuizen van den Brink, wethouder,
zegt, dat als de grond door Captein normaal was onder-
liouden, nu niet diepgespit behoefde te worden. Nu de
huurder het land slecht heeft onderhouden, is dat voor
zijn verantwoording. Burgemeester en wethouders zul-
len evenwel niet trachten Captein te duperen. Voor
zover dat met het behoud van de school- en werktuinen
in overeenstemming is te brengen, zijn burgemeester en
wethouders wel bereid om Captein tegemoet te komen.
De heer Mr. Zeelenberg oppert het idee om het land
van Augustus tot Augustus te verhuren.