29 Juni 1950
226
het recht heeft om hiervoor zelfstandig het bedrag vast
te stellen, acht spreker niet logisch. Hij wijst er op, dat
in afwijking van deze methode de jaarwedde van de
schoolarts volgens rijksregeling wordt geregeld en dat
een bedrag van f 300.aan de schoolarts wordt toe-
gekend voor bureaubehoeften en instrumenten. De
kwestie, dat de commissie van beheer zelfstandig be-
dragen vaststelt, die de hierbij betrokken partijen moe-
ten betalen, doet spreker denken aan het snijden van
riemen van andermans leer. Het komt hem dan ook
beter voor, dat de vaststellende bevoegdheid omtrent
het salaris van de secretaris-penningmeester aan burge-
meester en wethouders van de betrokken gemeenten
worden toegekend na ingewonnen advies van de com-
missie van beheer, mede ook omdat, voor zover spreker
zien kan, er geen repressief toezicht van gedeputeerde
staten op de door de commissie zelfstandig vast te stel-
len salariëring van toepassing is.
Tegen het bepaalde bij artikel 9, 3e alinea, luidende:
,.De verordeningen regelende de rechtstoestand van het
gemeentepersoneel der centrum-gemeente zijn op de
schoolarts en de andere ambtenaren van toepassing,
voor zover daarvan in deze regeling of in hun instructie
niet wordt afgeweken en met dien verstande, dat de
verschillende bevoegdheden in die verordeningen aan
bestuursinstanties toegekend, door de commissie wor-
den uitgeoefendheeft spreker overwegend bezwaar.
Niet voor zover de daarin aangegeven regeling bij deze
verordening betreft, want de genoemde verordening
wordt mede door deze raad vastgesteld. Hij heeft ech-
ter wel bezwaar tegen het feit, dat de instructie een-
zijdig wordt vastgesteld door de commissie van beheer
en dat daardoor door dit orgaan eenzijdig ingegrepen
kan worden in de rechtstoestand van de schoolarts enz.
Naar zijn mening behoren deze instructies in gemeen-
schappelijk overleg met de betrokken college's van bur-
gemeester en wethouders te worden vastgesteld. Dit is
een veel te sterke delegatie van bevoegdheid aan het
nieuwe orgaan, de commissie van beheer. Spreker wil
nu al reeds verklaren, dat hij voor één tegenargument
onontvankelijk zal zijn, n.l. dat deze commissie van
beheer geheel bestaat uit vertegenwoordigers van de
betrokken college's van burgemeester en wethouders.
Daar gaat het in dit geval niet om. Als deze regeling