60
31 Augustus 1950
2e Afd.
3e WIJZIGING VERORDENING BEHEER
GEMEENTEBEDRIJVEN.
Aan de Raad,
In uwe vergadering van 29 Juni j.l. werd op ons
voorstel aangehouden de behandeling van het ontwerp-
besluit no. 47 tot 3e wijziging van de verordening,
regelende het beheer der gemeentebedrijven. Wij kwa-
men tot dat voorstel, omdat de Financiële Commissie
ons mededeelde, dat naar hare mening er bij de Post-
chêque- en girodienst geen bezwaar meer zou bestaan
tegen de oorspronkelijke redactie van art. 7 van ge-
noemde verordening.
Wij hebben ons hierover om inlichtingen gewend tot
genoemde dienst. Uit het ontvangen antwoord blijkt,
dat het wel mogelijk is op de vereiste mede-onderteke-
ning van de voorzitter van de commissie van bijstand
toe te zien, echter alleen indien deze behalve voor de
chêque-adviezen ook voor de girobiljetten wordt voor-
geschreven.
Het dragen van enige financiële verantwoordelijkheid
voor de mede-ondertekening van chêque-adviezen door
bedoelde voorzitter kan op zichzelf bezwaarlijk worden
verlangd, terwijl het mede-ondertekenen van alle giro-
biljetten, die zeer belangrijk in aantal zijn, ons allerminst
de taak lijkt voor een voorzitter van een commissie van
bijstand.
Wfj hebben nog overwogen om de mede-onderteke-
ning door bedoelde voorzitter te vervangen door een
ambtelijke mede-ondertekening, b.v. die van de contro-
leur der gemeentefinanciën, doch nu deze ook voor de
girobiljetten zou moeten gelden, achten wij ook deze
minder op zijn plaats. Dit zou o.i. een vlotte wijze van
werken te zeer belemmeren en is in het algemeen ook
weinig gangbaar. In de praktijk heeft het niet mede-
ondertekenen van girobiljetten ook nimmer aanleiding
tot moeilijkheden gegeven.
Waar betaling per postchêque slechts zeer sporadisch
voorkomt, lijkt het ons het meest afdoende, wanneer