79 28 September 1950. 2e Afd.
BÏJDRÄGEN AAN BIJZONDERE SCHOLEN
VOOR M.O. EN V.H.O.
Aan de Raad.
In uwe vergadering van 28 November 1946 werd op
ons voorstel besloten niet weder over te gaan tot het
verstrekken van bijdragen aan de bijzondere middelbare
scholen in Haarlem en omgeving, behoudens als over-
gangsmaatregel over 1946 aan het R.K, Lyceum voor
meisjes Sancta Maria. Wij kwamen tot dat voorstel op
grond van de bestaande Rijks-subsidieregeling en de
toekenning van subsidie door het Rijk aan middelbare
scholen die deze subsidie nog niet ontvingen. Ook
gaven ons de toen door de besturen verstrekte finan-
tiële gegevens geen aanleiding weder een bijdragerege-
ling te heffen.
De besturen van een drietal Lycea hebben zich
onlangs weder tot ons gewend met het verzoek deze
aangelegenheid opnieuw in overweging te willen nemen,
omdat zij bij het ontbreken van een bijdrage van de
gemeente genoodzaakt zijn aan de schoolgeldplichtigen,
naast een schoolgeld, een bijdrage in rekening te bren-
gen voor dekking van het tekort. Door deze verplichte
bijdrage worden deze ouders zwaarder belast dan wan-
neer de kinderen een openbare middelbare school zouden
bezoeken.
Wij vestigen er de aandacht op, dat bij de wet van
12 Augustus 1949, Stbl. J. 387, de middelbaar onder-
wijswet zodanig is gewijzigd, dat voor bepaalde uit-
gaven de subsidie van het Rijk van 80 is verhoogd
tot 95 Men zou daaruit de indruk kunnen krijgen,
dat de scholen daarmede in belangrijk gunstiger finan-
ciële omstandigheden komen te verkeren. In de praktijk
is dat echter voor de door ons bedoelde scholen niet het
geval, omdat, wanneer subsidie en schoolgeld samen de
voor de berekening van die subsidie toelaatbare uit-
gaven overschrijden, de subsidie dan met het verschil
wordt verlaagd. Alleen de scholen die een laag bedrag
aan schoolgeld ontvangen zijn dus met de verhoging
van het subsidiepercentage gebaat. Wel is het de be-
doeling van het Rijk de subsidie in de administratie-
kosten te verdubbelen en zullen de door het Rijk op
de subsidie te verstrekken voorschotten renteloos wor-
den verleend, zodat de rente die hiervoor thans ver-
schuldigd is, wordt uitgespaard.